Transcriptie
6
39
Wij bekennen gereedelijk, dat het onderhoud
„sie requireert.
van zoo veel vaartuigen en het daar toe nodige volk eene
aanmerlijke lastpost voor de Compagnie zal uitmaaken;
dan wij bidden uwer Hoog-Edelheden te willen consideree„
„ren, dat men daar door ook, wanneer men hier te gelijk voorzien
is van een goed getal van troupes, in staat zal zijn om
Comps. regten naar behooren te mainteneeren, de vaart en han„
„del haarer onderhoorigen te dekken, en zulke importante on„
„gelden te prevenieeren, als de Compagnie heeft moeten draagen,
toen door gebrek aan beiden om zulks te verhoeden, de zaaken tot
dat uiterste gekomen waren, dat menze met eene aanzienlijke
krijgsmagt heeft moeten redresseeren daar inen anders of indien
men niet om vaartuigen en volk was verlegen geweest, den
toeleg van de kwaadwilligen in zijne geboorte zoude hebben
kunnen smooren of hun de uitvoering daar van ipso facto
duur betaald zetten, zonder in omstandigheden te geraaken,
die den handel van de Compagnie en haare onderhoorigen kon„
„de Stremmen.
§ 26. De actie van de kotter Tara en den ligter de Vos met ze„ a
„ren Sterk bemande Boegineesche vaartuigen zoo mede de ver„
„nieling derzelven met hunne equipage op twee man na, waar over
uwe Hoog Edelheden genoegen betuigen, is ons naderhand ge„
„geweest
„bleken een enkeld verdigtzel„ te zijn, door den Capitein Luite„
„nant Blandauw in zijn Iournaal aangehaald om eenen lof
te verkrijgen, dien hij niet hadt gemeriteerd: Wij hebben om„
deeze en andere redenen, die wij ter vermidinge van langwij„
„ligheid bij deezen onaangeroerd laaten, dog die bij onze Re„
„solutie van den 28. December 1787. ampel geexprimeerd zijn,
hem het gezag op de kotter Tava ontnomen, in militair arrest
gezet tot dat de tegen hem ingekomen klagten door den
Fiscaal zouden zijn onderzogt en hem eindelijk verwezen
in