Transcriptie
Dienaar / getekend/ P. Walbeek /in margine/ Palembang den 30. April 1787.
Translaat Maleitsche Missive geschreven door
den op Siac zig bevindenden ouden Koning van San„
„genoor Radja Machomet Ali, aan den Wel-Edelen
Gestrengen Heer Pieter Gerardus de Bruijn, Gou„
„verneur en Directeur der Stad en Fortresse Malacca
met dies resport.
Ontvangen den 13. Mai 1787.
Mijnees Vriende brief heb ik ontvangen, en dies inhoud wel verstaan.
Waar in ook gezien heb, dat mijnen vriene vernomen heeft, dat een
Engelsch vaartuig hier ten handel staat te komen; dog ik betuig daar van
geen weet te hebben, egter zal ik deeze en andere Europesche vaartuigen, die
geene Comp„s vlag voeren, wanneer zij hier komen, afwijzen
Ik heb intusschen alom brieven afgevaardigd, ten einde hun die handelen
willen, direct weder te laaten vertrekken.
Dog als het mogt gebeuren dat de Eurofesche vreemdelingen hier komen
en rdsouut willen handelen zul ik niet manqueeren mijnen viiend daar van
kennis te geeven.
Thamat
Niets ten teken des levens hebbende als eenlijk mijne gebeden dag en
nagt.
Geschreven op vrijdag den 16. dag van de maand Radjas, zijnde den
4. Mai 1787.
Getranslateerd volgens overgave van lodja Machomet /onderstond:/
Malacca in het Casteel den 14. Mai 1787. /getekend/ I: van Haak E. Gke
Translaat Maleitsche Missive geschreve
door den Koning van Slangenoor Irakim, aat:
den Wel-Edelen Gestrengen Heer Gouverneur ep
Directeur der Stad en Fortresse Malacca
Ontvangen den 27. Mai 1787.—
Na gewoone inlijding
Ik zende mijner Aatate Matta om wijnen vriene te ontwoeken
medeneemende