Transcriptie
Raaden van Indie gaarn zoude zien dat ik een reijsje naar Malacca deed, ten
eijnde mijn vriend en Raad te ontmoeten, Hoogst deszelfs intentie is zeer
goed, behaagd het Haar Hoog Edelheeden dat ik naar Malacca vertrek
zoo heb ik duijzentmaal behaagen daar in Ja dag en nagt denk ik daarom
dog met believen van God heb ik veel ongelukken ondergaan zoo ook
mijne onderdaanen, waar door ik van va reijse naar derwaarts het
moeten afzien, ik twijffel niet of mijn vriend en Raad zal zulks wel
bewust weezen, egter heb ik min Sabandhaar en Radja Pattia
derwaarts gecommitteerd om mijn vriend en Raad op te wagten, ter„
„wijl deeze mijne zendelingen van Trangano vertrokken was, hadt ik het
genoegen op den 5„e dag van de maand Ramelan in het jaar 1201. over
Riouw een brief van mijn Vriend te ontvangen, met blijdschap heb ik dien
inhoud verstaan, ik dank God dat mijn vriend wel met mij meend
dit is mij onmogelijk te kunnen vergeeten, ook heb ik ontwaard dit
mijn vriend mijn verzoek aan den Grooten Heer heeft voorgedraagen,
zoo mede mijne vriends herinnering en vriendelijke uitnoodiging, dus
heb ik de intentie van mijnen vriend wel begreepen.
Dewijl ik per eenen Portugeesch Anthoni Corca Lijding ontvangen heb dat de
Lanongers Riouw hebben afgelopen, heb ik mijn Sabandhaar en Orangkaija niet
naar Malacca gezonden, en ben geheel verwondert geweest toen ik zulks vernam„
ik ben overzulks bedroefd, mijn vriend gelieve geen quaade gedagten van mij te
voeden, terwijl ik betuige daar men van geen de minste weet te hebben
gehad, mijn vriend moet mij niet verderken, dat ik de Lanongers of Riouw„
„reesen zal bijstand bieden, ik wie in het geheel geen weg tot quaad aan„
„gaande de Comp„e baaren, in tegendeel. wil en ben tot goeds geneigd, een goedhort
heb ik altoos gehad, ik kan en wil bij niemand anders als bij de Comp„e adves„
„seeren om mijne belangens in te brengen het zij in nood of geboek de Comp„
heeft mij van den beginne af aan geprotegeerd, zoo als ik te voorens van
harten gezind ten omtrent de Comp„e ben ik tot heden toe dusdaanig gesteld,
ik wil mij aan de wil en begeerte van de Comp„e altoos onderwerken in
Steeds gehoorzaamen.
Mij