Transcriptie
103
moet komen, alzoo de Sloep de Iohanna gedestineerd is, om
bij uwe te blijven, verwagten wij nog de Bark de Standvastigheyd „
die wij den ken dat voor den ontvangst deezes al vertimmerd
5
en opgetuigd zal zijn
un
§31. Naar Batavia hebben wy voortgeschikt alle de
in onsterstukken van masthouten die uwe ons hadt bezorgd
en gespecificeerd bij uwe brief van den 9 Februari, om daar
geexamineerd te worden, hoewel men naar zulke kleine
52
niet in mooten gezaagde, maar langs den stam der boom
o7„
afgekapte stukken, als de monsters der vier Soorten van
het Marantihout geweest zyn, bezwaarlyk van der zelver
qualiteit zal kunnen oordeelen. En wy zullen wan„
„neer van het eene of andere soort van dat hout Eisch
en
van Batavia gedaan wordt drie of vier houtkundige
inlanders naar Riouw zenden ten einde naar uwE
voorstel met het volk, dat het zelve kappen moet, in
de bosschen te gaan, zoo ter bezigtiginge van de boomen
bevoorens zij worden nedergeveld, als omkundigheid
te erlangen van de Tituatie der bosschen en welke
soorten van houten daar meerder vallen
§ 32. Een Maleijer aangenomen hebbende zulke
reemhouten, als uwe met de pantjallang Bletombly„
„kens onze gemeenen brief van den 19 Ianuari deezes
jaars twee stuks tot monster gezonden zijn, voor dertig
stuivers het stuk te leveren moet uwe ons be provisie
500:— p„s daar van successivelyk laaten toekomen; mits:
dat zij niet krom nog gescheurd, mitsgaders lang zyn
20.– voet, dik aan het eene en d' vier duim in het vier kant
en aan het andere end, het welk tot het blad dienen
en overzulks eene geproportioneerde dikte hebben moet
¶ uwE
zeven duimen breed, volgens het monster, dat nu weder
vinden
krijgt en met het Malaccasche ikijzer gebrand zal vern
dg.
m