Transcriptie
447
Aan den koopman David Ruhde
Resident
Riouw
Eerzaame Discreete
De pantjallang Banca, die naar Riouw vertrekt neemt de rant„
Zoenen van twee maanden mede voor de kotter de Patriol, blijkens
het deezen ingesloten Cognoscement, en wij gelasten uwE den
Wel Edelen Gestrengen Heer Wierts Commandant van 'S Lands en
Comps. zeemagt ginder te verzoeken dat zijn Ed. een van de
beide kotters of de bark de Standvastigheid zoo als zyn Ed. dat
zal goedvinden omtrent de witte klip onder het eiland Bintang
gelieve uit te zetten ter inwagtinge en escorteeringe van de
Chinasche Jonk die naar herwaarts mogte weezen gedestineerd
dewijl zij anders gevaar zoude loopen van door het roofgespuis
van Radja Tommegong geattequeerd en geplondert te worden
Wij blijven voor het overige na groete /onderstond/ uwE Goede
Vrienden /:getekend:/ P. G de Bruijn, A. Couperus, IA Hensel,
F Thierens, H. I. Wiederhold, C. G. Baumgarten en G. Pungel.
/in margine/ Malacca in het Casteel den 11. Ianuari 1788.
daar onder / P. S. Ten verzoeke van den Wel Edelen Gestrengen
Heer Capitein Commandeur van 's Lands Esquader worden met
de pantjallang Banca naar Riouw gezonden zeven van de in
Comp:s
1og.
„gen
et
1pr:
pemi
oi„
Vin
14