Transcriptie
155
verlegenheid te kennen gegeven en verzogt heeft een Arthille„
„rist te mogen behouden heb ik met goedvenden van den Wel
Edele Gestrenge Heer Wierts op dien bodem doen blijven den„
Canonnier Ian Krompijn, terwijl met voorkennis van Wel„
„gemelden Heer Commandant per dit Kieltje in goede ver„
zekering nog overvaaren drie van de op ’t schip Huisduine gezeten
hebbende inlandsche Arrestanten in naame Polan, Taling, en
laring verzoekende Uwel Edele Gestrenge en WelEdelens dat genoem„
„de Canonnier Krompijn bij de eerste occasie weder herwaarts
mag gezonden worden.
En vermits van den 12. inlandsche Christen Busschieters
kom
maar Zes derzelve hier zijn aangehouden, insteer ik insgelijke
om de spoedige afzending van de nog ontbreekende en hoogst
benodigde Zes dier Arthillersten
Een Request van den Gezworen Scriba Carel Bruijns
waarom bij om de daar in bijgebragte redenen zijn ontslag
van hier verzoekt geef ik mij de Eer Uwel Edele Gestr en
WelEdelens onder de bijlaagen deezer te presenteeren.—
Bij het aan de wal brengengen van de 6. p„s ijzeren Ca„
„nons van 6. ld die met de bark de standrastigheid zijn
„lossen uit de schouw in door het
aangebragt is een derzelve in het „ breeken van de beide tappen
onbequaam geworden
Wanneer ik op den 19 der Jongst verweeken Maand
Ianuari aan den op het scheepie de Ionge Orangeboom
commandeerende Capitein Luitenant Visser eene Ordonnancie
verleende ter afscheep van slagts een gedeelte der met dien
bodem aangevoerde Matteriaalen, vond dien Officier goed
alles wat daar van ingeladen was aan Land te zenden, zon„
„der een galeide briefje daar bij te doen of iemand ter uittel„
„ling van die goederen te committeeren, dan wijl den offi„
„cier van de Arthillerije dezelve in ontfang nam, heeft hij
alles nageteld conform deezen bygevoegde Notitie en bevon„
„den dat het volgende te min is uitgeleverd namelijk
77½
„
Cn