closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Den 22.

.

bewijs van wilde zien dat wij dan maar de tweede Capitein Chinees naa

de wal moeste laaten gaan dat het dan geen twee dagen don duuren

of denzelven gong weder naar den sulthan, maar dat het bever was o„

hem aan boord te houden, tot dat zijn vrouw en kinderen weder te

rag op Riouw quaamen, hetwelk wy in de scheeps Raad over„

„wogen hebbe en wierd goedgevonden om gem: Capiten Chinees aan don

te houden, den eerste Capitein Chinees verzekerende ons dat wanneer

zijn vaartuig niet onder beschut van ons quam te leggen dat dan zijn

volk met hetzelve zoude vertrekken, waar op wij goedgevonden

om gemelde vaartiig bij ons te laaten boegseeren en door Europen

„scie te laaten bewaaken, en het vaartiig wierd niets bevonde

maar het ruim was afgemat en klaar om goederen en te nee

„men.

In den voormiddag zond de Gezaghebber Jan Pieterse keer bij mijn

aan boord twee kleijne balloos dien bij den nagt het rivier in gaan woon

maar dezelve hier in verhinderd, gemelde Gezaghebber lietze bij hem

aan boord haale door zijn gewapende sloep, bij hem aan boord zijn

vraagde aan het volk, of zijn ook eenig geweer bij zig hadden waar

op geantwoord wierd, niets bij zig te hebben, maar de twee vaartuig

gevisiteerd wierde bevonden, een klijne draaijbas, en vier krissen, dr

assagaijen een tijl drie klapperdoppen met kruijd, een door met ho

„geltjes gevuld met gruys van porcelain, negen afgebrooke tuw

„niers en zeven inlanders die zijde dat zij alle onder den zulden

hoorde in een van de twee vaartuigen bevonden ook een Chinees do

vooraaf dat hij bij dat volk was gekomen onder de Riouwsce

wal, om gamber en Lago te koopen, kielden de twee vaartengende

min aan boord als ook de zeven onderdaanen van den Sulthan, ge

„melde

Der