Transcriptie
coea zig zoude vermeed hebben van een Boegineesche mijd en twee
Jongens te hebben benaderd welke van het vaartuig dat op den
23. September 1787 door ons genamen, en aan de wal ge„
„vlugd waaren. waar op ik aan den Capiteii HHoea zeggende
dat de gemelde mijd en Twee jongens bij mip aan boord diende
te zijn, als toen gem: Capitein Hoea zijn praauw aan land
zende dezelve te haalen en des anderen daags morgens de
praauw aan boord komende zonder mijd ofte jongens mede
te brengen. daar op gemelde Capitein Hoea met zijn praauw aan
land gaande om meergem: mijd en twee jongens te haalen, maar
tot nog toe hebbe dezelve niet bekomen, en om alle ongelegen re„
„den voort te komen, zoo hebbe hetzelve niet nader onder„
„o
Voorts met zonderlings aan Uwel-Edele Gestr: te melden,
zoo hebbe de eer van uwel-Edele Gesw. in dit reeds begonne
Nieuwjaar toewenschenden uwel-Edele Gestr. benevens Hoog Ge„
„Eerde Gemalin en verdere familie, de gunst des Allerhoogsten, bij
deeze neeme de vrijheid in Uwel-Edele Gestrenge aandenking te
recommandeeren dien zig noemd.
(onderstond) wel-Edele Gestrenge Heer (Lager:) Uwel Edele
Gestrenge onderdaanigen Dienaar (Getekend) A. S. Koek (in
margine) in ’s Comps. schip Huisdinnen den 2.
Januare 1788.
Aan