Transcriptie
205
Bij de komste aan Land van de op dien bodem com„
„mandeeren den Capitein den Wel Edelen Gestrengen Heer
Engelbert Lucas moet UwE van het fort Zeventien ca„
„nonschooten doen, en door het Garnisoen, voor welks
front uwE zig zal hebben te stellen, het geweer voors
zijn wel Ed: presenteeren laaten onder het slaan van den
marsch en het salueeren met het espouton of den degen
mitsgaders na zulks aan zijn wel Ed: Offereeren het Ge„
„neraal Commandement over Comps fort, Dienaaren, en
vaartuigen, zullende bij het vertrek van zijn wel Ed Geste„
ook hetzelfde salut en militair honneur als bij de re„
a
„ceptie moeten worden gegeven
e
9:
„
Voor de Zeevaarenden en militairen op de pantjal„
lang Malaijoe bescheiden zullen wij UwE: met den ligter
de Haas de benoodigde rantzoenen laaten toekoomen
zoo dra dat kieltje van Zyne gebreken verholpen is, en
moeten zij intusschen door uwE. worden geriefd
Wij blijven na groete /onderstond:/ uw E: Goede Vren
„den /:getekend:/ P: G: de Bruijn, A: Couperus, I: A: Hensel„
F. Thierens, H. I. Wiederhold, C. G. Baumgarten, en
/:in margine:/ Malacca in het Casteel den 19: December 1781.
Willem Silvester, Capitin
Commandeur en chet over een esquader
Hollandsche oorlog- schepen in Indien
Aan
den Koning over ’t Rijk van Perach
&=a
o
Ik heb de brieven van mijnen Vriend en sulthan Moe„
da
„
2a
2:
1
2D
1i
reder
on
33
e
n