Transcriptie
23
231
Deeze brief komt uit een zuiver en wit kart, mitsgaders een
opregte genegenheid die zoo lang zon en maan hun Schijnsel geven niet„
zal verbreeken, van Padoeka Sirie Sulthan Allahaidin Mangsoereha
Iskandar moeda die Koning is binnen het Land Lera aan mijnen
Vriend den Heer Willem Silvester Capitein Commandeur en Cher
van 's Lands Oorlogsmagt in Indien.—
Na eenige Complimenten
Belangende de gerequireerde eerbewijzingen in de receptie van
mijnen vriend dient dat ik zeeker mijnen Vriend Ceremonielijk
moet inhaalen laaten; dog alle de grooten Zig in de bovenlanden be„
„vindende en het nog nooit bij mijne Voorouderen geschiedt zynde
dat alle de Vorsten zig naar beneden begeeven hebben om iemand
te ontvangen heb ik ook niet van de bepaalingen of gewoontens mijnoa
Predecesseuren kunnen of mogen afwijken:
Thamat
Geschreven den 25 dag der maand Rabil auwal 8202. Zynde
den 4. Ianuari 178.8: /:onderstond:/ Getraslateerd Malacca in
het Casteel den 27. Ianuari 1788 /Lager door mij /was getekend/
C. G. Baumgarten /nog Lager stond/ Accordeert (was getekend)
C Baumgarten
Aan
de
520
gbid