Transcriptie
253
verzoekt om verhooging van dien prijs, gelieve uwe wel Edele Gestr:
daar op te antwoorden, dat uwe wel Edele Gestr: niet gelooven
kan, dat de Engelschen, die de baar tens voor een en vijftig
sp. reaalen verkoopen, dezelve voor agt en veertig zullen inhan„
„delus, dewijl zij dan geene terakkende wiust zonden hebben om
in dat articul te blijven negocieeren, dog, indien het al waar is
dat zulks werkelijk plaats vindt, men het niet anders kan aan„
„merken, dan als een lokaas om de Levaëers van den handel met
de Compagnie af te trekken, dat zijn, zig daar door laatende
verladen, zoo dra de Engelschen hun oogmerk bereikt hebben, gewaar
zullen worden, dat zij bedrogen zijn, nadien de Engelschen hun dan
veel minder als de Compagnie betaalen, en hun die hulpe nuu„
mer bewijzen zullen, die zijn van de Compagnie genieten; dat
de koning zig zeer abuseerd net te denken, dat de baar tuns aan
de Compagnie maar twee en dertig sp. reralen kost, dewijl heb
Smeldverlies; en het onderhoud, zoo wel van eene Lost te Leva
tot bescherming van den koning en zijne onderdaanen, als
van vaartuigen tot den afhaal van tin, den prijs van dat
mineraal zoo hoog doen steigeren, dat de Compagnie er weinig
meerder voordeel op heeft, dan op het tui van Slangevoor en
Rombouw, hetwelk voor agt en dertig sp. reaalen hier geleverd
wordt; dat de Compagnie 'er zelfs voor eenigen tijd schade
op geleden heeft, dog egter bij de bedongen betaaling gebleven
is, om het Contract gestand te doen, en dat de Koning van
zijne zijde ook zoo billijk behoorde te weezen van geene prijs
verhooging te pretendeeren, schoon de Compagnie nu het tin
duurer dan bevoorens verkoopt; dat uwe Wel Edele Gestr:
rig