closeTerug naar inventaris

Transcriptie

257

Rapport

Aan den Wel-Edelen Gestrengen Heer

Willem Silvester

Capitein Commandeur, Commandeerende

's Lands Esquader in Indien

Jngevolge Uwel-Edele Gestrenge! mijn zeer geEerde order, dato

22. December 1787. ben ik, met het Tregat xcipio, den 26. dito,

van voor Malacca onder zeel gegaan, en den Laasten dier maand

voor de Rivier van Zerach aangekomen;

Hier ontmoete ik de Compagnies Galeij de Griffioen, in dewelke

direct overging, om de Rivier op te vaaren, en welke den 2. Ianuari

H. A. voor het Comps. fort aankwam, zijnde mijn persoon in een Kleijn

vaartuig van de Commandant te Perach, daags te vooren afge„

„haald, waar door dan ten eersten reeds aan het zort was.

Terstond, na mijne aankomst, gaf ik den Commandant Kennis

van het oogmerk mijner togt, en informeerde mi, wat middelen

moesten worden in het werk gesteld, om audientie ten Hove te

verzoeken, hetwelke, op geene andere wijze konde worden gedaan

als door een Malutsche Schrijver Baijanolla zijnde volgens

het zeggen van den Commandant des Konings schryver, welke

geen woord Hollands konde, zijnde dus genoodzaakt, mijn be„

„gierte eerst aan den Commandant Diederhoven, voor te draagen,

welke het als dan, den Malatschen Schrijver weder overbragt.

deeze laaste, dan op den 2. deezer vertrokken zijnde, met Last

den Koning en deszelfs Rijksgrooten, mijn komst, met een min„

„zaam