Transcriptie
131
overleden
11 Maart 1862
¶goedgekeurd de doorhaling
een woord en de
tu
„pten regel dezer bladz
de in het renvooi van bij
M C M
en
W
J:A: C M.
J.1
N=o 1257.
Testament
Heden den Acht en twintigsten Januarij Achttien honderd twee en zestig
Compareerde voor Mr Henricus Adrianus Francisiu
Daniel van Meeuwen, notaris te Haarlem, provincie Noor
Holland, in tegenwoordigheid der natenoemene getuigen
Mejufvrouw Maria Anna Munnekenbusker, zonder bewe
worende te Haarlem in de Gierstraat, mijnotaris bekend,
weduwe van den Heer Johannes Saterschot, in levenkui„
„per gewoond hebbende en op denzes en twintigsten
Mei Achttien honderd Acht en veertig in de Gierstraat
te Haarlem overleden.
Die verklaarde genegen te zijn bij uitersten wil over
hare nalatenschap te beschikken en van harenwit
dienaangaande reeds vooraf aan mij notaris opgave ten
hebben gedaan, waarvan ik het opstel heb gereedgemaak„
en doen schrijven, dien ten gevolge heb ik notaris, alvoren
daarvan voorlezing te doen, de comparante verzocht my
haren wil nogmaals zakelijk integenwoordigheid der na
„tenoemene getuigen op te geven, hetwelk zij heeft gedaan,
en alzoo verklaard bij uitersten wil te beschikken, als volg
Ik herroep en vernietig alle bevorens door mij gemaakte
testamenten en uiterste wils beschikkingen, en op
nieuw beschikkende, geef en legateer ik bbij wyze van
praelegaat en al zoo voor alle deeling aan mijne kinderen
en wel:
Aan mijne dochter Hendrica Maria Waterschot ge„
„huwd met Hermanus Bernardus Schoonman de ze
stoelen met kussens, tafel, pendule, spiegel en tru„
„neaw met het daarop staand servies en het vloerklei
uit myne zijkamer, het ledekantmetbed, peluw, twee
kusgens en twee dekens uit mijne binnenkamer,
het beste bed van de bovenvoorkamner met twee Jeluus
drie kussens en twee dekens en mijn knielbankje,
verders mijn groote Juweelem oorhangers, doch deze als een
in het geval zij aan haren broeder Petrus Johannes Waterschot zon„
„der eenige vergoeding wil afstaan en overgeven, hare kleine juiver„
„len oorhangers afkomstig van hare grootmoeder Waterschot, ter
„wijl ingeval zij tot deze afstand en overgave niet genegen moet
zijn, ik deze mijne groote juweelen verhangers vermaak aan my
„nen zoon Petrus Johannes Waterscho
Verders aan mijnen zoon Petrus Johannes Voterschoten
Kerkboek met gouden slot, Het staand Horologie uit degang
en zes stoel en met een fauteuil, de tafel en linmenkast met hetgeen
wat ergewoonlyk op is, het speeltafeltje met hetgeen weter