close

Downloads

Download JSON-LDDownload JPG origineel formaat

Wat mag ik met deze afbeelding?

U kunt deze afbeelding rechtenvrij en gratis (her)gebruiken.

Gebruik van scans van foto's, kaarten en documenten.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

No 4271

Hijpotheek

Heden den vijfden Februarij achttien honderd Twee en Zestig

Compareerde voor mij M=r Henricus Adrianus franciscus Da„

niet van Meeuwen, notaris te Haarlem, provincie Noord

Holland, integenwoordigheid der na te meldene getuigen

De Heer Pieter van Schie, landbouwer, woonachtig te

Schooten-

Dewelke verklaarde, bij het passeren dezer acte in con

tant geld ter leen te hebben ontvangen van, en alzoo

onder afstand van de exceptie van onaangestelde pen„

ningen en van alle andere exceptien, welke den debi„

teur immer tegen de wettigheid dezer schuld te stade zoo

den kunnen komen, zoo in regten als daar buiten wet

en wettiglijk schuldig te zijn, aan de Hoog Wel Geboren

Vrouwe Philippine Mathilda Eugenie Marie Ghis„

laine, Baronnesse van der Linden d’ Hooghoorst, zich

echter schrijvende Marie Philippine Mathilde, Euge„

nie Ghislaine, Baronnesse van der Linder d’Hoogh

vorst, weduwe van den Hoog WelGeboren Heer Hen„

drik Johan Baron van Briepen, particuliere, wo„

nende te S'Gravenhage, de kapitale som van Zeven

tien duizend Gulden, nederlandsch Courant, en om„

trent dezelve geldleening met de vrouwe Creditrice te

zijn overgengekomen, als volgt

Dal dezelve som van Zeventien duizend Gulden op den

vyftienden Januarij van het jaar achttien honderd Ze„

ventig, in eens zal worden afgelost en betaald, zon

der eenige nadere opzegging of waarschuwing en

dat alleen eene schriftelyke toestemming van de vrou

we Creditrice, van haren gemagtigde of van den wettig

gen houder van de grosse dezer acte, die aflosting kan

uitstellen en de verlenging der schuld vernieuwen,

voor den tijd in dat schriftelijke bewijs vermeld.

Dat inmiddels de debiteur te rekenen van af den vyf

tienden Januarij achttien honderd twee en Zestig van

gezegde som van zeventien duizend Gulden, eene intres

zal betalen, gerekend tegen vier en een vierde ten ho„

derd in het jaar, en waarvan de voldoening van zes

tot zes maanden zal moeten geschieden, zullende alzoo

de eerste ter mijn van betaling verschijnen op vijftien Ju„

lij achttien honderd twee en zestig en zoo vervolgens den

daaraanvolgenden vijftienden Januarij en vijftienden

Julij van ieder jaar, tot de geheele betaling van het ka

pitaal toe

Dat tot al de voorschreven betalingen, zoo van het ka

pitaal als van de intressen de comparant verklaarde

zich uitdrukkelijk te verbinden, nemende hij medega

om al die betalingen steeds te zullen doen, vrachtvr„