closeTerug naar inventaris

Transcriptie

en kosteloos inhanden, en ten huize van den

wettigen houder van de grosse dezer acte,

in goede, grove gangbare, klinkende ne„

der landsche muntspeciën, en dus geenzens

in eenige bons, billetten, effecten of papieren

afschoon gesdswaarde hebbende, en uitkrachte van

wetten of besluiten van openbaar gezag in omloop

gebragt; en met klinkende muntgelijke gesteld, als mede

zonder eenige aftrekking of korting, hoegenaamd ook

speciaal zonder korting, wegens te dezer zake opgelegde

belasting, en met bij betaling van zoodanige belasting, als

op deze hijpotheek mogt worden gelegd,

Dat het tot zekerheid der regtige teruggaaf en voldoening

van het kapitaal en de intressen tot hypotheek gesteld, la„

ter te vermelden onroerend goed, zoolang de voormelde

schuld niet geheel zal zijn voldaan, in goeden staat zal

moeten onderhouden worden en niet van bestemming

worden veranderd, dat de mest, op het te verbinden on

roerend goed vallende, niet zal mogen worden ver

voerd, noch specie, noch eenige soort van grond, als

mede dat de landerijen behoorlijk zullen moeten wor„

den bemest en behandeld, alles gelyjk een goed huis va

der betaamt en bij den landbouw, in den regel, gebrui

kelijk is, dat niets zal worden verrigt, waar door de

natemelden perceelen vastgoed en waarde zouden

worden verminderd, dat de gebouwen en getimmer„

ten, bij deze acte te verbinden en voor zooverre die

daarvoor zullen vatbaar zijn, in eene der geaccredi„

teerdste nederlandsche Brandwaarborg maatschappijen

ten genoege van de Creditrice, haren gemagtigde, of

den wettigen houder van de grosse dezer acte zullen moe„

ten worden verzekerd gehouden, en dat het bewijs van

deelneming dier maatschappij of de polis behoorlijk

geendosseerd moet zijn of niet bewijs van gedane aan

teekening bij de administratie van het tegenwoordig ver

band moet zijn voorzien en dat, ingeval van brang

schade, de assurantie penningen ten beloope van het

als dan verschuldigde kapitaal en de intressen in

de plaats dezer hijpotheek zullen treden, wordende de

creditrice, haren gemagtigde of de wettige houder van

de Grosse dezer acte, bij deze gemagtigd om, ingeval van

brandschade, de als dan uit te betalen schade vergoe„

ding te ontvangen, en daarvoor te kwiteren, dezelve

in mindering der schuld te doen strekken, daaruit

zich zelve te voldoen en verdere met den debiteur of

zijne regtverkrijgenden te liquideren, en eindelijk dat

van dit beding naar aanleiding van artikel 297. van

het wetboek van koophandel aan den verzekeraar van

dat goed, zal kunnen worden beteekening gedaan, ten kosten

van den comparant en schuldenaar. Deze polis van ver„

zekering tegen brandschade zoo mede de kwitantiën der

jaarlijkschte betalen quota's zullen aan de vrouwe Creditrice

of haren gemagtigde moeten worden ter hand gesteld om

bij deze te verblijven. Dat het na te meldene, tot hijpotheek

te geven, vaste goed, zoolang het kapitaal met de intressen

niet zal zyn afgelost en betaald, wel zonder schriftelijke

toestemming der vrouwe Creditrice, aan den zoon van den

Debiteur, doch voor niet langer dan vijf jaren te gelijk, en

aan dezen alleen, zal mogen worden verhuurd, dat aan

een ander de panden noch geheel noch gedultelijk in ge„

bruik mogen gegeven worden, en in geen geval bene

den de plaatselijke huurwaarde; dat er nimmer eenig

voor uitbetaling of afstand van huurpenningen zal mo„

gen plaats hebben of worden gecontracteerd, alles op strag

fe van nietigheid, zoo hiertegen mogt gehandeld wor

den, mitsgaders met de bevoegdheid aan den wettigen

houder, van de grosse dezer acte, om het als dan verschul„

digde kapitaal met de intressen tot op dien tijd dadelij„

op te eischen

Dat de debiteur het te verbinden vaste goed, niet dan me

schriftelijke toestemming van den wettigen houder van

de grosse dezer acte, met nog meerdere kapitalen zal

mogen bezwaren of hijpothekeren

Dat bij willige verkooping van het natemelden vas„

te goed geene zuivering van de uitkrachte dezer te

nemene hijpothecaire inschrijving zal mogen plaats

hebben. Dat wanneer niet stipt aan eene of meer de

bepalingen, in deze acte vervat, wordt voldaan of dat

het natemeldene onroerend goed, geheel of ten deele

inbeslag werd genomen, of ingeval het hier onder te

omschrijven goed, geheel of ten deele werd verkocht of

vervreemd of de comparant onverhoopt instaat van

faillissement of kennelijk onvermogen mogt geraken,

zal het gemelde kapitaal van zeventien duizend Gulden

terstond, zonder aanzien van tijd, in eens kunnen

worden opgeeischt, om dadelijk met de verschuldigde

over dat jaar dan nog loopende, intressen te wor„

den afgelost en betaald, en dat daartoe geene voorag

gaande in morastelling zal noodig zijn, daar de com

parant alléén, door het enkel verloopen van den be

paalden tijd van betaling, of door het niet stipt na„

komen van het voorschrevene, of door het geheel of ten

deele in beslagnemen van het natemeldene onroerend

goed, of ingeval dat hetzelve geheel of ten deele werd ver„

kocht of vervreemd, of door het onverhoopt instaat van

faillissement of kennelijk onvermogen geraken, ing

breke zal zijn. Dat bij gebreke van behoorlijke voldoe

ning des kapitaals, of van de betaling der verschuldig

de intressen, of in dien het natemelden vaste goed, ge

heel of ten deele inbeslag werd genomen, of verkocht

of vervreemd, of bij niet naleving van eene of meerder

der voorwaarden in deze acte opgenomen, de vrouwe

geldschieteresse of hare gemagtigde of de wettige hou

der van de grosse dezer acte, naar aanleiding van a

tikel 1223 van het burgerlijk wetboek, onherroepelyk de

bevoegdheid zal hebben en zal zin gemagtigd, en

zulks met het regt van substitutie om het nateme

den vaste goed geheel of ten deele, in zoodanige ge„