Transcriptie
N:o 4270
J
Hijpotheek.
Compareerde voor mij M:r Henricus Adrianus Franciscus
Daniel van Meeuwen Notaris te Haarlem, provincie Noord-
Holland, in tegenwoordigheid der natenoemene mij bekende
getuigen.
De Heer Antonius Joannes de Casorte, Winkelier wonen
de in de Koningstraat te Haarlem.
Dewelke verklaarde en erkende opregt en deugdelijk schuldig
te zijn eene somma van Dertien Honderd Guldens aan en ten
behoeve van den WelEdelGGestrengen Heer M:r Cornelis Gerlings
Lid vanden gemeente raad, Advocaat en Notaris te Haarlem en
aldaar wonende in de Koningstraat, die alhier mede comparerende
verklaarde deze schulderkentenis aantenemen, voortspruitende.
Vooreerst. Uit eene geldleening groot Een Duizend Guldens,
aangegaan bij de acte van schuldbekentenis met Hijpotheek
op den Eersten Junij Achttienhonderd acht en Vijftig ten overstaan
van mij Notaris in tegenwoordigheid van getuigen alhier gepas
„seerd, geregistreerd en op boederel ingeschreven ten kantore van
de bewaring der Hijpotheken te Haarlem den Achtsten Junij
Achttienhonderd acht en Vijftig in deel 59. numero 63. — en
ten tweede. Uit eene nieuwe geldleening groot Drie Honderd
Guldens, wegens op heden en bij het passeren dezer acte in tegen
„woordigheid van mij Notaris en getuigen door den Heer M:
Cornelis Gerlings voornoemd, aan den Comparant Schuldenaar
ter leen gegeven gelden, gelijk deze erkend de gemelde som
van Drie Honderd Guldens, tot zijn volkomen genoegen bij
deze te hebben ontvangen.
De Comparant schuldenaar belooft van gemelde som van
Dertien Honderd Guldens, aan den Heer Schuldeischer of den
wettigen houder vande grosse dezer acte, intressen te zullen
betalen, gerekend tegen vijf ten honderd in het Jaar, ingegaan
den Eersten Februarij laatstleden en te voldoen om de zes maan.
„den voor het eerst den Eersten Augustus Achttienhonderd Twee
en Zestig en zoo vervolgens tot aan de geheele voldoening toe,
en dezelve hoofdsom gelijk ook de bedongene intressen te zullen
betalen ter woonstede en in handen van den Heer Schuldeischer
of van den wettigen houder van de grosse dezer acte, in neder
„landsche grove zilveren muntspeciën naar den koers van den
betaaldag en zonder eenige korting
Het voorschreven kapitaal van Dertien Honderd Guldens
zal niet eerder opeischbaar of opzegbaar zijn, danna verloop
van Vijf jaren, te rekenen vanaf den Eersten Februarij laatst.
„ leden en alzoo niet voorden eersten Februarij Achttienhonderd
Zeven en Zestig, na verloop van welken tijd voormelde Schutd
ten allen tijde opeischbaar of opzegbaar zal zijn, drie maanden
na gedane waarschuwing aanden Comparant Schuldenaar