closeTerug naar inventaris

Transcriptie

76 p 380 6

Geregistreerd te Haarlem den Achtien february

1800 twee en Zestig deel 76 folio 38 Verso vak E hou

den de twee bladen één renvooi- Ontvangen voor

regt ƒ 2: = voor 38 opCenten ƒ0.76 tezamen twee gul

den Zes en zeventig Cents.

De Ontvanger

ƒ200:00 à 1% = ƒ 2:—

38 opCenten 1.76

Echton

ƒ 2:76

De Eerste Grosse uitgegeven van den Heer Nicolaas

Vink te Houtrijk en polanen ter behaeve van de min

„derjarige Antje Vink, den vyftienden february Acht

tienhonderd twee en zestig.

1: m

71 N=o 10

Goedgekeurd de doorhalen

van tweewoorden inde Zeven

en twintigsten regelderen bla

zijde.

Aos

DoD8

Pr

J:D: C. M

N

1.1 .

N:o 4283.

Ripotheek.

Hedenden Tienden Febre grij achttien honderd twee enzestig

Compareerde voor Mr Henricus Adrianus franceruss Daniel

van Meeua en, notaris te Haarlem, provincie Noord-Holland

integenwoordigheid der na tenoemene getuigen

De Heer Arie Bernardus van den Huuvel, Boekdruk

„ker, wonende te Haarlem.

Die erkende terliente hebben ontvangen en alzoo welen

deugdelijk schuldig te zijn eene somma van Vier Duizend

Gulden aan Marie Lelie Felicite vander Putten,

minderjarig kind van nuwijlen den Heer Reinier vander

Pietter, inleven zonder beroep, gewoondhebbende te Haar

„lem en aldaar den drie en twintigsten Decemmber achttien

honderd Eenen Zestig overleden bij zijne nagelatene weduwe

Mejufvrouw Lelie Loe Joffroy enhuwelyk verwekt

welke schulderkentenis bij deze wordt aangenomen door

den Heer Daniel van der Putten, landbouwer, wonende

te Oogelenang, gemeente Bloemendaal, die ten deze mede

Comparerende verklaard hiertoe mondeling te zijn gemag.

„tigd doorgenoemde Mejufvrouw Lelie Loé Joffroijwe

„duwe van den Heer Reinier van der Putter, zonder beroep

wonende te Haarlem, in hare hoedanigheid van Moeder en

wettige voogdesse over haar eenig hiervoren genoemd min

„derjarigkind Marie Lelie Feliecté vande Putten,

spruitende gemelde schuld aan de minderjarige voort

uitzoovele doorgenoemde hare Moeder en voogdesse aan

den Comparant schuldenaar terleen verstrekte aande min

„derjarige toekomende gelden, toebehoorende en haar uit de

nalatenschap haars vaders den Heer Reinier van der Putten

aangekomen gelden.

De Comparant schuldenaar belooft van gemelde som

van Vier Duizend Gulden aanden wettig in houdervan

de grosse dezer acte, intressen te zullen betalen, gerekend tegen

vyften honderd in het jaar, ingegaan den Eersten february

plaatstleden en te voldoen om de zes maanden, voor het

eerst den Eersten Augustus achttien honderd Twee en

testig en zoo vervolgens totaande geheele voldoening toe

en dezelve hoofdsomgelijk ook de bedongene intressen te zullen

betalen terwoonstede en in handen van den wettigen houder

van de grosse dezer dcte, innederlandsche grove zilveren