Transcriptie
hunnen vader Petrus van den Biggelaar voornoemd
die mede een kind der echtelieden Gerardus van
den Biggelaar en Catharina Rutjes was.
Dat Petrus van den Biggelaar op den vierden No„
„vember achttien honderd vijfendertig is gehuwd met
Elisabeth van Zanten en daarna op den Eenentwintigsten febru
„arij achttien honderd twee envijftig te Heemstede in testa„
„tus is overleden tot zijne erfgenamen uitkrachte derwet na.
„latende, zijne met zijne nagelatene weduwe in huwelyk verwekte
Kinderen Gerardus Hendricus en Johannes vanden Biggelaar.
Dat er van de huwelijks gemeenschap en nalatenschappen
vande Echteleeden Gerardus van den Biggelaar en Catharina
Rutjes geene boedelbeschrijvingen zijn opgemaakt en
dat het de comparanten is gebleken dat na het ontvangen der
baten en betalen der lasten des doedes de gemeenschap en na
„latenschappen bestaan uit het navolgende:
Voorlesit, Twee heuzen en verdere opstat staande op Grond
toebehoorende aan den Heer Leonard Marius Beels onder
de Gemeente Heemstede, kadastraal bekend sectieA nu
„mero 's 430, huis enerf, tergrootte van Een roede Zesendertig El.
„len en 709. huis en erf, ter grootte van een roede teventig Ellen
—
Partijen verklaren dat deze perceelen, sints onhuegelyke jaren voort
deezend, ongestoord, in het openbaar en niet dubbelzinnig alsei
„genaren zijn bezeten geweert, door hunne voorouders, dat zij neer
weten opwelken tijd dezelve zijn aangekocht, noch dat van de
zelve bewijzen van eigendom voorhanden zijn, noch dat eenige
titels of bescheiden deze perceelen betreffende ten kantore van
de bewaring derhijpotheken te Haarlem zyn overgeschreven.
Deze perceelen zijn gewaardeerd op de som van Zeventien honderd Gulde
ƒ1700
Tentweede, Een Certificaat tinlaste van het Koningrijk der Ne
„derlanden, nationale werkelijke scheld, groot in kapitaal Dui„
„zend Gulden, rentende twee en een halften honderd in het jaar, dor
partyen gewaardeerd op drie en Zestig percenten alzoo waardig
de som van Zes honderd dertig Gulden
1630: —
met vijfmaanden vijftiendagen renten vanaf deh
Eersten Julij achttienhonderd Eenenzestig tot den
vijftienden December daaraanvolgende, tersom„
ma van Elf Gulden Zes enveertig Cents
11.46
te zamen bedragende de som van Zes honderd Een en veertig
Gulden Zes en veertig Cents
641
Ten derden, Aan Contante penningen de som van Zestig Gul
„den negen en tachtig Cents.
60
Tezamenbedragende de som van twee Duizend vierhonderd
twee Gulden vijfendertig Cents
1240½
Waarvan de helft behoot tot de nalatenschap van Gerardits
van den Biggelaar, teweten:
Aan onroerende goederen, terwaarde van acht honderd vijftig
Gulden
—
ƒ850: —
en aan roerende goederen terwaarde vandrie
honderd een en vijftig Gulden Zeventien en eenhal„ 351.175
ve Cent
Tezamen bedragende de som van twaalfhonderd Een gulden Zeven
„tien en een halve Cent.
1201
Welke wordt verkregen:
46
89.
33.
173
„
1
Voor eenvierde door zyne nagelatene weduwe Catharina
Rutjes, ter somma van Drie honderd Gulden negen entwintig
en een halve Cent
ƒ300
VoorEen veerde in drie vierden of drie zestienden door Helena
van den Biggelaar, ter somma van twee honderd vijfentwin
„tig Gulden twee entwintig Cents
225
Voor een vierde in drie vrerden of drie Zestienden door Johannes
van den Biggelaar, ter somma van Twee honderd vijfentwin
„tig Gulden twee en twintig Cents
„ 223
Voor een vierde in drie vieder of drie zestienden door Maria
van den Biggelaar, ter somma van twee honderd vijfentwin
„tig Gulden twee en twintig Cents
223
voor eenvreide in drie vrerden of drie zestienden doornuwe
„len Petuis van den Biggelaar, zynde drie zestienden van he
onroerend goed ter somma van honderd negenenvijftig Gulden
Zevenendertig en een halve Cent, hetwelk hier moet worden ge
splits alzoo het onroerend goed niet inde gemeenschap van hem en
zijne nagelatene weduwe Elisabeth van Zanten, als zijnde
onderde voormalige fransche wetgeving gehuewd, gevallen. ƒ159.37.
Een drie Zestienden vande roerende goederen, ter som.
„ma van Vijf en testig Gulden vier en tachtig en een
halve Cent
„ 65.84„
te zamen bedragende de hemtoekomende som van Tweehon
„derd vyfentwintig Gulden twee en twintig Cents
225.
22
Te zamen wederom uitmakende de nalatenschap van
den Erflater Gerardus van den Biggelaar, ter somma van
twaalf honderd Een Gulden zeventien en een halve Cents
1201 175
Het aan deel doornuwijlen Petuis van den Begg
elaar ver„
„kregen, komt uitkrachte derwet toe.
Aan zynen Zoon Gerardus Hendricus van den Biggelaar
Eersten, dehelft van het onroerend goed ter somma van wegen
en zeventig Gulden negen enzestig Cents
ƒ 79.69.
ten tweeden Eenvierde van de roerende goederen ten
somma van Zestien Gulden Zesenveertig Cents
16. 46
tezamen bedragende de som van zeren negentig Gulden vijf.
„tien Cents
15
196.
Aan zyn en Zoon Johannes van den Beggelaar
Eerstens, dehelft van het onroarend goed, ter somma van negen en
Zeventig Gulden acht en Zestig en een halve Cent-
—
ƒ79.68½.
ten tweede eenveerde van de roerende goederen, ter
Somma van Zestien Gulden Zesen veertig Cents
„ 16.46.
tezamen bedragende de som van Zes ennegentig Gulden veertien
en een halve Cent
145
96.
Aan teninagelatene weduwe Elisabeth van Jantch
uitkrachte der bestaan hebbende gemeenschap.
De helft van de roerende goederen, ter somma van tweeen dertig
Gulden twee en negentig en een halve Cent
Te zamen weder om dit makende voormeld bedrag van Twee
421.
32
honderd vyfentwintig Gulden twee en twintig Cents
225
22
Terwijl eindelijk de nalatenschap van Catharinas
kutjes
be.
staat uit:
Eerstens, de wederhelft van de gemeenschap van goederen teesschen haa
en haren vóoroverledenen Echtgenoot Gerardusvan den Beggelaar bestaa
hebbende, tersomma van twaalfhonderd Gulden Een gulden Zeventien
297
22
22
22.