Transcriptie
No 4288.
Hijpotheek.
Heden den Aertiensen Februarij Achttien honderd twee en zesti
Compareerde voor M Henricus Adrianus Fran„
„ciscus Daniel van Meeuwen, notaris te Haarlem, pro„
„vincie Noord Holland, in tegenwoordigheid der na„
„tenoemene getuigen.
De Heeren Gerardus Hendricus van den Bigge„
„laar bakkersknecht, wonende te Haarlem en
Johannes van den Biggelaar, kruideniersknecht,
wonende te Heemstede.
Die erkenden ter leen te hebben ontvangen en wel
en deugdelijk hoofdelijk schuldig te zijn eene somma
van dertien honderd Gulden aan het Roomsch
Catholijk Parochiaal Amnbestuur der stad Utrecht
tevens uitmakende het bestuur der instelling van
de beide Roomsch Catholijke weeshuizen gevestigd
te Utrecht, welke schutd erkentenis by deze wordtaa
„genomen door den Heer Fredrik Woutman junior,
kantoorbediende, wonende te Haarlem, die ten de„
„ze mede comparerende verklaart hier toe monde„
„ling te zijn gemagtigd door de Heeren M:r Adriaan
Willem Karel Ariens, Advocaat als voorzitter, M:r Wa
„lem Johan Marie Bosch, lid der provinciale staten
van Utrecht en van de gemeente raad der stad U.
trecht, als secretaris, Gerardus Antonius Gerses zon
„der beroep, Josephus tudovicus Hubertus Hoerten, Me„
„dicinal doetor, Bernardus Lambertus van Hees, koop„
„man, M=r Antoine Michel Charles Herman Koek,
Procureur, Johannes Jacobus van den Nieuwendijk,
winkelier, alle wonende te Utrecht en Hermanus
Termeulen, landbouwer, wonende onder de Belt na
„bij Utrecht, te zamen uitmakende het Roomsch Ca„
„tholijk Parochiaal Armbestuur der stad Utrecht en
het bestuur der instelling van de Roomsch Catholyke
weeshuizen aldaar.
De comparanten hoofdelijke schuldenaren beloven van
gemelde som van dertien honderd Gulden aan het
Armbestuur voornoemd of den wettigen houder van
de grosse dezer acte intressen te zullen betalen, gere„
„kens tegen vijf ten honderd in het jaar, ingegaande
eersten February laatstleden en te voldoen om de zes
maanden, en wel op den eersten der maanden Mei
en November van ieder jaar, voor het eerst den Eersten