N=o 4318.

Hijpotheek

Heden den derden Maart achttien honderd twee en zestig.

Compareerde voor M=r Henricus Adrianus Franciscus Daniel van

Meeuwen, notaris te Haarlem, Provincie Noord-Holland inte„

genwoordigheid der na te noemene getuigen-

De Heer Cornelis Kerkman, schoenmaker, wonende te

Spaarndam.

Die erkende ter leen te hebben ontvangen, en alzoo wel en deug

delijk schuldig te zijn eene somma van honderd dertig Gul„

den aan Pieter Vink, minderjarigkind van nu wijlen de

Echtelieden Jan Vink en Tryntje Dam, welke schulderkenti„

nis bij deze wordt aangenomen door den Heer fredrik Wout

man junior kantoorbediende, wonende te Haarlem, die te

deze mede comparerende verklaart hiertoe mondeling te zijn

gemagtigd door den Heer Nicolaas Vink, landbouwer, wo„

nende te Houtrijk en Palanen, in hoedanigheid van voogd

over genoemde minderjarige, spruitende gemelde schuld aan

de minderjarige voort, uitzoovele door genoemden Nicolaas

Vinkengemelde zijne hoedanigheid aan den comparant schu„

denaar ter leen verstrekte, aan de minderjarige toebehooren

de gelden.

De comparant schuldenaar belooft van gemelde som van hon„

derd dertig Gulden aan den wettigen houder van de grosse

dezer acte intressen te zullen betalen gerekend tegen vyf ten honderd

in het jaar ingegaan den eersten Maart achttien honderd twee en

zestig, en te voldoen, om de zes maanden, en wel op den eersten

der maanden Maarten September van ieder jaar voor het eerst

den eersten September achttien honderd twee en Zestig en zoo ver

volgens tot aan de geheele voldoening toe, en dezelve hoofd

som gelijk ook de bedongene intressen te zullen betalen

ter woonstede en in handen van den wettigen houder

van de grosse dezer acte, in nederlandsche grove zil veren munt

peciën, naar den koers van den betaaldag en zonder eene

gekorting.

Het voorschreven Kapitaal van honderd dertig Gulden

zal niet eerder opeischbaar of opzegbaar zijn dan na den

eersten Maart achttien honderd zeven en zestig, na verloop van

welken tijd, voormelde schuld ten allen tijde opeischbaar of of

zegbaar zal zijn, drie maanden nagedane waarschuwing

aan den comparant schuldenaar, die inmiddels het regt