Transcriptie
ƒ 450 à 10%½ ƒ 4.59
380pC 1.711. 21
Geregistreerdtte Haarlem den viftienden
Maart1800twee en zestig deel 26 folio 79
derso vat 8 Twee bladengen Renvooij ontvan
gen voor regt ƒ 4.50 Toer 38 opCenten ƒ11.71
Zeven zes Gulden Eenentwintig Cent
deontvanger
Eekheun
De Eerstegrosse uitgegeven aande Heer schuldeischer
Hendrik Wiesekoop, te Haarlemmerliede en spaarn
woude, den vyfen twintigsten Maart Achttien honderd
11
twee en zestig
V:1
goedgekeurd de doorha„
ting
vorder
—t
in de derde regel dezer bla
zijde
f
A JF
WJ
114
AVDj=r
1:1
1„
goedgekeurd het renvori va
drie„
„
A J F
W
104
AVD j=r
1:1
69
leurd d
n een
orha
liig
en de zeventiende regisklener
bladzyde en het renvooi
van
vyftig Gulden
ƒ2850
f
A.V.F
WJ 1et
AVDj=r
ƒ: 1.
N.o 4338.
Hypotheek
Heden den veertienden Maart achttien honderd twee en zestig
Compareerde voor M=r Henricus Adrianus Franciscus Daniel van
Meeuwen, en getuigen notaris te Haarlem, provincie Noord
Holland, integenwoordigheid der natenoemene getuigen.
De Heer Albertus Johan ook geschreven Albertus Johan„
nes Franken, schoen en laarzenmaker, wonende te Haar
lem.
Die bekende en verklaarde volgens schuldbekentenis en hij„
potheek op den Eersten Maart achttien honderd vyf en vijftig
verleden ten overstaan van mij notaris, in tegenwoordig
heid van getuigen te Haarlem, geregistreerd, schuldig
geweest te zijn aan de minderjarigen Huibje Burghout en
Naatje Burghout eenige nagelatene kinderen van wylen
Simon Petrus Burghout en mede wyle Jacoba Vriesekoop, be
de in de gemeente Spaarnwoude overleden de som van dui„
zend honderd Gulden en thans per resto nog schuldig
te zijn twee duizend acht honderd Gulden
ƒ2800
wyders erkende de comparant dat hij ter zake van
aan hem comparant op heden ter leen verstrekte gel„
den nog schuldig is de som van honderd vyftig gulden. „ 150
Zoodat hy comparant Albertus Johan ook geschreven
Abertus Johannes Franken en het geheel schuldig is de
som van drie duizend Gulden
ƒ 3000
Welke schulderkentenis by deze wordt aangenomen door den
Heer Fredrik Woutman junior, kantoorbediende, wonende te
Haarlem, die ten deze mede comparerende verklaart hiertoe
mondeling te zijn gemagtigd door den Heer Hendrik Vrie„
gekoop, in zijne hoedanigheid van voogd over genoemde
minderjarigen, opruiten de gemelde schuld voort uit zoo„
vele door genoemde Hendrik Vriesekoop, aan den compa„
rant schuldenaar ter leen verstrekte aan de minderjarigen
toebehoorende gelden.
De comparant schuldenaar belooft van gemelde som van
drie duizend Gulden aan den wettigen houder van de gro„
se dezer acte intressen te zullen betalen gerekend tegen vyf
ten honderd in het jaar, ingegaan den Eersten Maart acht
tien honderd twee en zestig, en te voldoen om de zes maanden
voor het eerst den eersten September achttien honderd tweeen
zestig en zoo vervolgens tot aan de geheele voldoening toe en deze