close

Metagegevens

Archiefinstelling

Noord-Hollands Archief - NL-HlmNHA

Toegang

1972 - Notariële akten van notarissen te Haarlem (Nieuw Notarieel Archief Haarlem)

Inventarisnummer

225

Volgnummer

0181

Reeksen

1972 Notariële akten van notarissen te Haarlem (Nieuw Notarieel Archief Haarlem)

subdirectory-right

8. Meeuwen, Henricus Adrianus Franciscus Daniël, 1852-1869/1870

subdirectory-right

207-240 Akten

subdirectory-right

225 1862; nrs. 4239-4510

Rechten

De scans en de transcripties op deze website zijn vrijgegeven als open data onder een CC0 publieke domein verklaring. Op de archiefbeschrijvingen (weergegeven bij de zoekresultaten en onder de knop 'i') kunnen rechten rusten. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende archiefinstelling.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

ling voor koopers rekening zijn

Artikel Elf

Tederkooper zal na de betaling van al het

door hem verschuldigde ontvangen een uittrek

sel van dit proces verbaal van veiling en toewijzing

zonder iets meerder te kunnen vorderen, komende al de kosten

voor het nemen van inzagen in registers, die zy zouden ver„

langen te bewerkstelligen of voor het ligten van stukken, die

zy zouden wenschen te bezetten voor hunne rekening

Artikel Twaalf.

De verkoopers waarborgen de koopers eenig en alleen hunne bevoegd,

heid tot verkoop en om de perceelen te leveren vry van alle hijpotheken en in

geschrevene schulden, anders dan ter zake van erfpachten, en zullen tot

geene andere vrijwaring ter welker oorzake of uit welken hoofde

ook gehouden zijn, voor zich alleen zich uitdrukkelyk voorbee„

houdende het vermogen bij artikel 1529 van het burgerlijk

wet boek toegekend, waarmede de kooper door den koop geacht

zal worden onvoorwaardelijk genoegen genomen te hebben

en daar in te consenteren. De perceelen worden voorts ver„

kocht voetstoots zoodanig als dezelve na de opmeting door

den landmeter van het kadaster op de plaats zelf zijn afge

bakend, en met al de lusten, heerschende geregtigheden en

lydende servituten, gemeenschappen, bepotingen, beplanten„

gen, omslagen, ongllden, erfpachten, recognitien, schouwen

onderhoud van kaden, slooten, bruggen, hekken, notwegen

overpaden, overgang, overrid, overdrift, ordinaire en extrai

denaire lasten en verdere vry en onvrijheden, als dezelve perceelen

hoezeer in deze niet specifiek uitgedrukt, mogten zyn hebbende

en de oude brieven van eigendom of andere bescheiden daar„

van zijnde konzen mede te brengen, of zoo als by slooping, ver

timmering, herbouwing of andere verandering, zoo onder

als boven den grond zal worden bevonden of anderzins door bewy

zen van belendenen zoude kunnen worden aangetoond, zonder

dat de verkoopers tot eenige vrijwaring deswegens zullen gehou

den zyn, zullende de koopers zich in alles moeten regelen naa

de plaatselyke keuren, voor zoo verre die door de thans plaat

hebbende wetten niet mogten zyn afgeschaft, en wijders zich

moeten onderwerpen aan alle zoodanige conventien als met

de belendende perceelen mogten zyn aangegaan: De koopers

zullen en geen gevat toegenaamd, vernietiging van koop of eene

ge schadeloosstelling of vergoeding mogen vorderen, ter zake

van eenige erfdienstbaarheden, bekend of aerbekend, of we

gens eenige zegtbare of onzigtbare gebreken, bestaande of

die in het vervolg van tijd zouden mogen ontdekt worde

onder den verkoop en koop is niet begrepen al wat eenig sints

mabilair kan genaamd, worden, of het geen de bewoners of ge„

bruikers der perceelen kunnen aantoonen aan hen of aan de

genen, welke zij vertegenwoordigen of die byhen inwonen

in eigendom toebehooren, mitsgaders hetgeen aan de percee„

len niet spyker, aard, muur of nagelvast is. Onder, de ver

koop zyn niet begrepen de navolgende goederen, als in het

huis van het perceel numero Een, de schoorsteen spiegel

in de saton, Een stel jalousien, twee losse spiëgels, acht

paar overgordijnen met de daarbij behoorende ornamen

ten zeven paar glasgordynen, twee vloerkleeden, een bordes„

kleed, een karpet, een portaal mat, een ganglantaarn, vier

droogstot hangers, zes yreren raamhekjes, en eenig eitsch en

de winter of buitenluiken, alle welke goederen door den koo

per van het perceel vermeld onder numero Een zullen

moeten worden overgenomen voor eene som van twee

honderd vyftig Gulden, by de betaling der kooppennin„

gen en boven dezelve aan de verkoopers zonder korten

te voldoen. Alle de voormelde goederen zullen op den dag

der aanvaarding door den kooper worden overgenomen vven

stoots en by den koop, in den staat waarin dezelve zich als

dan bevinden, zonder dat de verkoopers voor eenige ver„

mindering ingetal of qualiteit aansprakelyk zyn. De scha

den, reparatien, perecelen en risicos der voorschreven per

ceelen zullen van het oogenblik der veiling en toewyzing

af voor koopers rekening ingaan, die in zooverre geacht

zullen worden vrywillig te hebben afgezien van het bepaalde

by artikel 1517 van het burgerlyk wetboek. De verkooper

zullen niet tot eenige onder of overmaat gehouden zyn, zoo

dat deze geene vermeerdering noch de koopers eenige vermi

dering van den uitgeloofden koopprys kunnen vorderen,

by aldien by nadere opmeting verschil mogt worden bevon

den tusschen de werkelyke grootte en die welke bij deze by

de omschryving der perceelen is opgegeven. De koopers zal

len zich onderling over de afscheiding hunner perceelen mo

ten verstaan, en het noodige daartoe ten hunne kosten

moeten daarstellen. By afzonderlyke verkoop der perceelen

zal het perceel vermeld onder numero vier, de erf dienstbaa

heed van weg, zoodanig als deze in artike 733 van het bur„

gerlyk wetboek omschreven is, hebben van af de Heeren of

wagenwig tot op het zelve perceel vermeld onder numero

vier en wing over het perceel vermeld onder numero drie

en aldus laatstgemeld perceel ten behoeve van het pircees

vermeld onder numero vier met die erfmienstbaarheed van

weg belast zijn - De kooper van het perceel vermeld onder

numero twee zal tot den eersten Mei eerstkomende den

tuinman van Keusen, die tans in het gebouw woonach

tig is, kosteloos in het zelve mueten laten wonen, en des we„

gens geene vergoeding van wat aard of wie ook, mogen

of kunnen vorderen.

Artikel Dertien.

De perceelen zullen dadelijk na de voldoening der koopper

ningen, het bedrag der overtenemene goederen en van alle

verdere bedongene betalingen en aldus vóór of op den ach„

en twintigsten April kunnen en moeten aanvaard wor

den. Het regt tot heffing der voorschrevene twee Erfpachten

zal met den Eersten Mei des jaars achttien honderd twee en

Zestig gerekend worden op den kooper te zullen overgaan

Artikel Veertien.

De lasten wegens geborgende en ongebouwde eigendommen de

voorschrevene perceesen als mede het Rynlandsch bunder

geld zullen van af den Eersten January laatstleden voor re

kening der koopers ingaan terwyl de erfpachten, sedert der

zelver respectieve laatste verschijn dagen ten lasten van de