Transcriptie
en dat voornamentlijck d’ orangkaijen hun mosten
komen verootmoedigen, en hun geweer voor de
Ed: Comp=s nederleggen op genade, en ongenade —
wanneer met hun gespreck soude gehouden werden
waer op eerst aende overkant bij de 20: persoonen
hun vertoonden, daer van vier bij den Capt=n
verschenen, die hun vraegde wat te seggen hadden,
en off zij de ordre niet hadden verstaen, gaven
ten antwoord bevreest te sijn, en nogh niet en
derffden verschijnen, vervolgens verschenen vande
vijanden bij de onse agt persooren onder ontmoetinge
van onsen Tolcq die hun t' Elckens over de rivier haelde,
onvoorsien van geweer die als voren de conditie hoedanigh
aff te komen voor gehouden wiert, die hun Excuseerde
seggende den orangkaij Teverkeij was sieck, versoec„
kende weijnige dagen uijtstel, dat geaccordeert
wierd op eenen anderen dagh verschenen weder 4
damnesen tijdingh brengende binnen 1 â 2 dagen al
t' samen soude affkomen, dese bij d’ onse vernacht
hebbende gingen 's anderendaegs wegh, eenige
dagen daer na verschenen 28 mans persoonen uijt de
Negorien Bever en Jij, bij hun hebbende 21 hou„
wers, 5 krissen met een houres, dat gelast wierd
aff te leggen, en traegh toeginck, hun gevraegt
werdende waer de rest, ende een orangkaij
beverceij bleven, antwoorden die souden volgen,
dese gasten wierden geordonneert in sekere pagger
te gaen tot zij quamen dat hun niet wel geviel
invoegen d’onse, in differente dagen bij een hadden
vergadert 59 mans, daer onder den orangkaij -
Teverkeij, en twee Capiteijnen van Jlij, en bever
37 vrouwen, en 34: kinders, en te samen 13 8 kopper
verte
8
2
261
hun verrigten, en weder„
vaeren aldaer