Transcriptie
Eijsch van eenige contante
specie
d’ jnlandsche krijgers op haer
te rugkomst aff te betaelen
veel over te senden, en ons bij te setten gel
als mogelijcken zijn sal, voor all d’ Jn=
landtsche krijgers op haare te ruggs —
Comste van Damme afbetalende.
In dit vaartuijgh dat kleijn is hebben wij
niets konnen schepen, maer sullen de 27
stux ribben, en 5 â 6 hondert tacker sagoe
die nogh moeten gesonden werden p=r naaste
gelegentheijd volgen.
Waar mede eijndigende beveleuwe uE: E=s
benevens ’s Comp=s hoogwigtigen ommeslagh
ee
in Godes bewaringe, en wij blijven na onse
vrindelijcke groete u E: E=s goede vrund en
dienaren, was geteijckent Robertus —
Padbrugge, Jeremias van Viet, Pieter
van den Hoorn, Rumphius, en Abraham
Bouden, in margine stond Amboina
aen ’t casteel Victoria den 3=en Meij
A:o 1683. lagerstond P: S.
dit vaertuijgh met den brieff aen UE: E=s
is bevorens all naar Banda afgevaeren
dogh door hart weer, heeft het selve wede
te rugh moeten keeren.
gisteren middags arriveert alhier uijt
Ternaten