closeTerug naar inventaris

Transcriptie

hun versoeck.

’t geen toegestaen is.

die op Ceram verschenen wesende, zelffs: een

Vaertuijgh had gekogt, in meninge daer

mede herwaerts tekomen, dogh als boven

verhaelt op hommoa verdreven zijnde,

was gemelte haren man mede voor eenige

tijd in Amboina inde kettingh geslagen

Versoekende dierhalven de supplianten

dat dese Regeringe bij eerste occagie thunnen

faveure een gunstigh voorschrijvens aen

d’E: Heere Commissaris Robertus Pof=

Brugge en Raad in Amboina gelieffden

te verleenen, Ten eijnde den eersten suppl=t

sijn Cozijn. en. de laeste haer man uijt

de kettingh ontslagen en herwaerts mogten

gesonden werden, welck versoek de supplianten

toegestaen is./

Tewijle den provisioneel Vaandrigh Carel

Van Rosenburgh, denwelken met de

overkomste van den Manhasten Capt=n

Jodocus Cromhuijsen, door d’ Eh=r Commiss=s

Robertus Padtbrugge en den Raad in

Amboina volgens aenschrijvens is

geordonneert, mede de toght na Sammi

te helpen, doen, den 29=en Maert lestleden

met den GuarnisoenBoekhouder

S=r Conn: Husl p:r de Chialoep de

piessangh