Transcriptie
Nieffangh na Arouw is vertrocken,
om te inquireren na ’t gedoente vande
rebellerende Negorien Cabroro, Maririj.
en Waldela, als mede die van
Toemoerij aff tevragen wat redenen
wat redenen hun beweeght hebben
inden Iare 1680: onse borgers Joost
Bartelsz, Poolman, en Estjene
Marchier wanneer met de Chialoep
vanden boeger Carsten Iansz: aldaer
waren, soo schandelijk te vermoorden
en alsoo gemelte gecommitteerdens
tot heden nogh met zijn geretourneert
soo geeft d’ E: H=r Gouverneur den
Raad in bedenken wie men van de
hier aende handt hebbende militaire
Officieren in plaets van gemelte
Rosenburgh best derwaerts zal senden,
Waer op gedelibereert wesende, is/ —
met een paricheijt van stemmen goed
gevonden en verstaen den vaandrigh
Pieter Ben althans uarnisoen=
„houdende op Lonthoir tot die Expeditie
tegebruijken, nevens den welken van hier
ook mede derwaerts zullen gaen een
serg:t en veertigh soldaten.
den vaandrig Pieter Ben
sal in plaats van Rosenburk
tot d’ expeditie na Damme
gebruijckt werden
45