Transcriptie
Van Bantam onder dato 21:' November A:o 1729. —
vertrok tot dato deses ook nog niet gesien veel min
„der gesproken hebbe.
waar mede zijt genegentlijk gegroet en in Godes
veijlige bescherminge bevolen van /:onderstond, uE:
dienstwilligen vrund, lager, was getekent D=n
Sautijn, in margine Bantam Den 10:e novemb.
1729. /:onderstond:/ accordeert /was geteeckent:/
H:s Wilshuijsen eerste clerck
Heeden Den 26:' october A:o 1729.
compareerde voor mij Mattheus Wilshuijsen
eersten clercq der Bantamse secretarije present
de nagenoemde getuijgen. Ian Helbrus van
Deele raad gelegen bij koulen, zoldaat in dienst
der E: Comp: bescheijden in’t konings casteel alhier
Den Diamant op de oostpunt, denwelke gevraagt
zijnde ter requisitie van den fiscaal deser besetting
Ian Steenwijk, soo seijde den declarant.
Dat hij gisteren als marktganger zijnde uijtge
gaan en gekomen is in de soo genaamde breedestraat.
Dat hij aldaar in een Iavaanse pagger, off woning
is geroepen om een soopje te drincken.
Dat ter wijl hij aldaar te dinken sal, en sijn soopje betaald
had, een swarte meijd in de pagger is gekomen met een Iavaan.
Dat.