Transcriptie
Van Bantam onder dato 21.' November 1729
Dat hij die mend heeft aangesproken en gevraagd off sij aldaarwoonde.
Dat, den hospes, off huijswaart sig daar over te onvreeden heeft
gehouden, seggende het was sijn wijff, en dreijgde met eens den de„
„clarant een vuijstslag te geeven.
Dat, hier op den Javaan, off inlander, die met de meijd was in
de pagger gekomen, zijn krisgetrocken, en den declarant
daar mede heeft willen steeken.
Dat den declarant toen zijn comp:s deegen in de scheede
van zijn zijds genomen, en daar mede gedagten inlan„
„der affgeweerd hebbende na buijten op straat geretireert is.
Dat hij aldaar door voorsz: twee inlanders en nog een
Javaan is nageset, mitsgaders, door een varan de sackewaaraao
van deselve eenslag op het hooft met een rijs stamper is
toegebragt dat hem het bloed langs ’t aangesigt liep.
Dat dien Iavaan die hemde slag had toegebragt, toen is
staan gebleven, maar dat hem de twee andere een stuk
weegs vervolgt zijn
Dat den declarant dus in nood weesende, zijn zijd geweer
uijt de scheede getrocken, en daar mede voorsz: twee na
volgers, sonder haar te quetsen, te rug gedreeven heeft.
Dat hem toen een andere Iavaan zijn visch off passer zak
die hem ontvallen was heeft komen toebrengen, en gerecom„
„mandeert niet terug te keeren, maar een andere weg te gaan,
want dat anders gevaar stond te lopen om weder aangevallen te werden. —
Dat.
271.