closeTerug naar inventaris

Transcriptie

1725:

Van Jaas Wst Cust onder dato 1 i: 174

Na Gewone voorreden

„lij hebben onze komste alhier alhier aan den keijser

invoegen als van te onzen broeder. schuldpligtig

bedeeld, dog ops op heden, met dies zo seer

gewenste antwoord nog niet vereert windende

nemen wijl de vrijhijd broeder bij desen te ver

soeken so goed te willen sijn en verthoonen met

een Eerbiedige vrijmoedighijd aan zijn keijser„

lijke maijesteijd en aan den Radeen de pattij

Aatia Coissoema in wat een poel van ram„

pen en Elende dit land en desselfs onderdanen

staan gestord te werden bij aldien den Keijser

de Chireesen onse algemeene vijanden niet

tragten te verdelgen en de rust en vreede in des

selfs land wederom te doen bloeijen en her„

leven waar toe wij hopen dat God zijn

zeegen zal geeven, aangesien den almogende

onse wapenen op gisteren den 7 deser heeft

geleven voorspoedig te maken zijnde

reeds meester van dese zijde der Revier

Calegawe tot aan de groote revier toe

Een overwinninge die so veel te grooter is

dewijl