121

Van Malacca de dato 10:' 8ber: 1707.

den coopman Mattheus van loon voor de recep„

tie van uE E. hoog Ed:s hier voren geciteerde —

meiuff:r atpolomia col

saert wed:e wijlen d’ E

missive om heden zeijde bedugt te wesen dat er de„

van loon vertrekt ne„

vens hare twee kinderen

&=a na batavia

sen jaere mogelijk geen comp:s bodem van costij

na herwaerts zoude komen, die van hier weder

direct na derwaerts stond versonden te werden

instantie gedaen heeft omme benevens haer

twee kinderen, lijffeijgenen en huijsmenbilen

&:a p:r de chialoup van den alhier remoreerende

borger joannes de roode na batavia te mogen

vertrecken hebben wij haar E t selve, alsoo daer

op hart heeft aengedrongen, niet mogen afstaan

maer ter contrarie jngewilligt, sulx deselve

althans in uE E hoog Ed:s gunstig wel neemen

p:r gemelte bodempje de reijs na coftij onderneemt

(onderstont/ waer wede hoog Edele Erntfes„

te gestrenge, groot agtb=re Mankafte, welwijse

’t slot

verresiende, seer genereuse heere, en

heeren desen dus kort sullen besluijten en na

alvorens uE E Hoog E:d:s jlluftre persoonen

inde beschuttinge van den almogenden bevolen

te hebben na onse eerbiedige groete verblijve

uE hoog Ed=le gantsch onderdanige trouwschuldig

en