14

Van Malacca de dato 10:e 8ber: 1707.

afgefanten hang abdul samat en Jang Jauwa aen

hem hebben ter hand gestelt uw hoogheijts aen ge„

name missive, waer uijt ons niet alleenig komen te

blijken, dat de persoonen van hang amath, en ma„

hun door uw hoogh=t van johor na lingij gesonden sijn

om van daer parthije thin in voldoeninge van desselfs

uijtstaende schulden af te haelen maer ook met

eenen te versoeken dat zodanigen thin vaertuijg

en volk als door onsen sabandhaer cornelis has„

selaer en licentm:t Jsaacq pankuijs alhter is, en

zouden aengehouden sijn weeder mogten gelar„

geert en met opgemelten afgesanten na coftij —

gesonden werden welke gedane instantie wij dien

eijgen datum al schoon uijt de verklaring van

eenen jntje coeroes dier weegen ter requisitie

van op gem= sabandaer en licentm:r verleent

heeft, en hier besijden getranslateert tot uw hoogh:

speculatie overkomt met konsteert wie den

regten eijgenaer van het eene en andere is, om

reeden ons meenen op uw hoogh=t woort ten

vollen te mogen verlaten in onse rade besloo„

ten desselffs gedaen versoek te accordeeren

gelijk de overleevering van het een en andere

ook