close

Metagegevens

Archiefinstelling

Nationaal Archief, Den Haag - NL-HaNA

Toegang

1.04.02 - Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

Inventarisnummer

7916

Volgnummer

0229

Reeksen

152 Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

subdirectory-right

Deel II Kamer Zeeland

subdirectory-right

Deel II/E INGEKOMEN STUKKEN VAN GOUVERNEUR-GENERAAL EN RADEN BIJ DE HEREN XVII EN DE KAMER ZEELAND

Voor een toelichting zie hoofdstuk 3, p. .

subdirectory-right

Deel II/E.5 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden van de kantoren in Indië

Van ieder kantoor zijn eerst de reeksen kopie-missiven en -rapporten met bijlagen opgenomen. Dikwijls zijn echter ook van de bijlagen aparte reeksen gevormd. Dit is weinig consequent geschied en het is daardoor mogelijk dat stukken die in zo'n reeks bijlagen ontbreken, terug te vinden zijn in de reeks kopie-missiven en -rapporten met bijlagen. Met name bij stukken van na omstreeks 1769 is dit het geval. De oorspronkelijke opzet van de administratie van de kamer Zeeland was blijkbaar de overgekomen brieven en papieren uit Indië geografisch te ordenen en in één band alleen de kopie-missiven van één zelfde kantoor op te nemen. Ook dit systeem is echter verre van consequent volgehouden. Talloze delen bevatten geheel willekeurig stukken van verschillende kantoren. Indien een band kopie-missiven uit twee of meer kantoren bevat, wordt deze band bij dat kantoor vermeld waarvan de stukken het grootste gedeelte van de band innemen, met vermelding van de missiven van andere kantoren. Verwijzing naar banden in andere reeksen vindt plaats door middel van een blanco inventarisnummer (----). Bij de rangschikking van de kantoren is afgeweken van de door de kamer toegepaste volgorde en is die uit de generale missiven van gouverneur-generaal en raden aangehouden

subdirectory-right

Deel II/E.5.05 Ambon

subdirectory-right

7903-7947, 8522 Kopie-missiven en -rapporten ingekomen bij gouverneur-generaal en raden uit Ambon. Met bijlagen

Rechten

De scans en de transcripties op deze website zijn vrijgegeven als open data onder een CC0 publieke domein verklaring. Op de archiefbeschrijvingen (weergegeven bij de zoekresultaten en onder de knop 'i') kunnen rechten rusten. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende archiefinstelling.

closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Amboina, onderdato 27:' 7ber:

/: niet te konnen gehoorsamen om redenen hier ondervolgende

voor eerst wyl veele Psalm te swaar syn om in dese

hollandse gemeente door wijnig toehoorders zyn ge„

fangen te kunnen worden daar door dikwils wan ordre

en ontstigting in den gads dienst ontstaan soude in

sanderhyt den wanneer den Predicant by half tien

uuren des woensdags eerst op den predikstoelkomt

en 'er bi na niemant dan de militairen inde kerk

sijn wyl het selfs des sondags miet een moeijelyk

vers na te singen wel is gebeurt dat men mij

(als men segd:/ over 't hoofd heefd geschreeuwt en wijl

Tehova geeen Gad is van verwerring maar van

ordre en die wil dat alles met ordre geschied

reekent den ondergetekende insonderhit sijn past

desyn voor alle disordre sorg te dragen, met de

gemackelijkste Pdsalm telaten voorsiegen

Een tweede soo heefd den ondergetekenden ook in„

gebragt dat wy daar Gods goedsyt overheden hadden

over wiens regeering wij gode zij dank niet behoofd

teklagen, als asaph doet in den 62. Salm en

in meer anderen die ik dan ook souw moeten

laten singen, en dat het met genoer was als

maar inde kerk gesangen wierd of het teppas quam

off niet dat men terwijl een huijs in brandstaet

sig met geen andere diigen moet bemoeijen; soo

ook wanneer de kerk Gods reden heefd om re

klagen over het algemeen verval dat men dan

geen dank Idsaluikan laten voorsingen, en als 'er

stoff is, van danksegging men doen geen klaaglieden

isoot opheffen.

Ten derden dat ik altoos liet voorsingen

het welk ik gepast meende tesyn op’t geen had

voorgelesen, dat ik mij seer verwonderde dat

men mij daar reets overt Iaar hier den dienst

heb waargenomen vooijt nog in kerkenraed

sodanig bevel had gegeven dat wen evenwel

lang had moeten doen indien daarin eenig

nut was opgesloten zyn Eerw: segt verder dat

mij door den Custos heefd laten aanseggen

om op den 26.e augc: Psalm te voortesingen

twaar, maar ik had myn belangens soo

even genoemd hier tegen ingebragt op den

a2.e d„o en heb daarom 'tselve gewijgert;

Zyn

215

1JH2