Transcriptie
Jan Amboina den 24 maij 1757.
vakken, en onderdeels van het debitier
ker goederen en wharen die aldaar werden
aangebragt; so kan op het een en ander
niet te veel toesigt werden gegeven hul
„de wij te gemoet zijen den uijtslag van de
preuver die UE: ten opsigte van de am„
dat tot ditart:l ons met preel ernt
phioen hebben doen neemen; ook moeten
aanbevolen, alle moeijte vlijt ofmiddele
de ministers geensints uijt het oog
daar toe dienstig is aangewend kunnen
verliesen, om den Jnlander tot het lieren
wij uw Hoog Edele Groot Achtbaart
van ambagten over te halen, vertrou„
versekeren, dog geene redenen of persua„
wende dat de Javanen, die volgens UE:
„sive middelen sijn magtig geweest haar
daar toe over te halen dan seer weijnige
schrijvens aan de ministers, immers
sijnde thans na de ordre slaven tot het aan
zo luij van aard sijn, als de amboneesen
„leeren van ambagten op de winkels geplaats
hun zullen dienen ten bewijse, dat hoe kin
geworden.
van aard den inlander ook mogte zijn,
hij egter tot het een en ander kinwer„
„den gepersuadeert, indien maar daar
toe bequame middelen werden gebruijkt
moetende dienaangaande altoos in het
oog werden gehouden, dat alle menschen
niet opgelijke wijse kunnen werden
behandelt en dat om den inlandert en
„gageeren tot het doen van iets, waartot
hij van sig selve geen geneijgtheijd schijnd
te hebben men sig moet bedienen van
sodanige beweegredenen, die na zijn aad
en manier van denken het meeste zijn
geschikt.
De Considerable vermindering der
winsten gedurende den Jare 175 2/3. behaald
ten belope van ƒ22025:8:t en ten grootsten
gedeelte voortkomende uijt het minder
debiet van goederen en wharen aldaar aan„
„gebragt geven ons gegronde redenen van
verderking dat op so wesentlijk poinct
geen.