Van

Amboina

Aan den wel Edelen Agtb:r Heer

Meiert Ian van Iosinga

Amboins Gouverneur en Directeur

Wel Edele Agtbaare Heere

7.

Eenige Eer en pligt vergeeten dienaaren alhier in

steede van mij en mijnen Liekelijken staat bij te staan mij

’t gezag ontwpen dog door Godes goetheijt haar boose deseyne,

gestut zo versoeke indien t mogelijk is nae herwaards

te steevenen om met sijnen wijsen raad mij in deesen rood

te afsisteeren; waer meede zult verpligten den geenen die

zig met agtingh noemd /:onderstond:/ UWEE: Ed agtb=r Heer

uwel Ed: agtb

onderdanigen dienaar en Vriend /:was getekend/ I:s Barriel

in margine Banda Nera den 27 7ber 1759. /:onderstond

Accordeerd was getekend:/ W: Jrlingens seertar:/:

Aan de E: Heeren Leeden

Des Politicquen Raads.

E Heeren en Vrunden.

Op gisteren mij p=r Expresse toegekomen zijnde een briefje

Van den Baendaes Gouverneur den Heer Barriel dato

27 Jongstl: zoo Communiceere tzelve in origineel U= ten

blijke dat :/ in Conformatie:/ van de al ’t zedert eenige tijds

herwaards over gekoomen geruchten:/ geduurende een zijn

Ed=s Jongst over vallen swaare ziekte door de menees van

diverse Eer en pligt vergeeten dienaaren, de zaken ten

dien Gouvernementen in dien terme gevallen zijn dat

zijn Edt: gesagh ontwrongen mij verzoek derwaards over te

koomen tot desselfs adsistentie.

Zonder