Transcriptie
reeds die van de Noord, oost en Zuid kant van boven Ceram als meede
die van Keffingen Poram daar onden ook begreepen de bovengem: vol„
keren van waroe en Rarakit, bij een versogt en eenige dagen vrolijk
onthaald hebbende had voor gesteld en onderhouden derselver pligt om
ter betoning van derselven aankleeving aan dE Comp:e den wel Ed: Gestr Heer
Admiraal naar Hottij te gemoet te scheppen, Hare dienst aantebieden,
werwaards Hoog gem Ed: Heer Admiraal hun, t zij in Expeditie of an„
„ders tegen den Rebel Noekoe nodig mogte agte en voorts de Hongij
vloot te versellen.
Hoe zulks van dat effect was geweest dat de voormelde volkeren reeds
vijftig Ionken en Corre Corres ten dien einde in gereedheid gebragt gehad,
en daar meede omtrent keffing versameld waren geweest, maar dat den
te keffing van weegen Banda posthoudende burger Iacobus Gerar„
„dus Diederik Fedder deselve daar in verkindert en heulende met
’sComp:s snoodste vijand den berugte p:l Pissers orangkaij Maba, ook ko„
biaij gen:t, mitsg=s den in A:o 1782: gepardonneerde sman Sarassa te„
gen die van Guaus eerst in absentie en naderhand bij aanweesen van
hem Kanna Kanna vijandelijk g’ageert had, en zulx alleen om dat
hij kanna kanna Zig aan de gehoorsaamheid onder Ambon verbonden
hield, en de orders van den Edelen Heer Admiraal uijtvoerde, dat om
voorseide reedenen nu geen meer dan de bovengemelde dorpshoofden
bi zij wel Ed: Gestr: Zig kwamen te vertoonen, die zelfs ter sluik het
gat van keffing hadden moeten doorslippen om niet door Fedder
in de grond geschoten te worden; versoekende wyder van ’t een en
ander een distinct relaaste mogen geeven, en dat zijn doen nader
ondersogt mogt worden, zig gaarne onderwerpende schuldig aan
ontrouw bevonden wordende, aan zodanige straf als den Edelen
Heer Admiraal mogte goedvinden, waar op hij kanna Kanna
op morgen :/. als nu reets laat in den avond zijnde /: wierd g'appoincteert
nuttigende
6