Transcriptie
137
Van Banda den 17='n Maij 1690:
hunne stranden die van geen groot bestek zijn, met 2. a 3.
Chialoepen soo nauw konnen laten bekruijssen datse niet
ligt ontsnappen souden, en of dit wel tegens de boven
aengegane Conditien komt te strijden, vermenen wij egter
sij daertoe redenen ge
int welnemen dat uw Ed: Ho: agtb: net zeer groot regt
„noeg gegeven hebben
wegens hunne bontbrekerijen, en Schelmstucken 'tsedert
begaen daer toegevoegt zijn
alle onse burger Chialoepen de welke vergangen ooste
alle onseburgers chaloe„
pen, soo van macassar
monson soo na macassar als batavia ten handel zijn uijtge„
als batavia zijn wel
gearriveert
weest, bennen alle gode zij datik met een rijkelijke ladinge
behouden gereverteert en hebben alhier boven diverse provisien.
hebben 250. lasten rijs
dewelke in dese schrale plaets niet te oupas komen
aengebragt, die
aengebragt, ruijm 250. lasten rijst, diese omte
gretiger vande hand te schuijven a 25. rd.s 't last bij de
klene maet uijt Haer huijsen en op de markt verkopen tegens 25: rd:s 't last
verkopen
laten, en waermede mij gissen dat het genoogsaem tot
onderhout der Bandase ingesetenen als men de sagon sulx banda jegen voor
dig wel voorsien is
daerbij rekent, dewelke den perkenier en verdere vermo van dat graen
gende burgers, tot onderhout hunnerslaven, om de goede koops
halven, ook nog gebruijken, wel lijken konnen strecken
ter tijd en wijle de gelegentheijt presenteert, om weder
nieuw