Transcriptie
Van Banda den 13=' Maij 1690.
nader sentiment sal gelieven afte wagten, leert de tijd, waerna
zakende ’t casteeltje tot wij ons dan ook sullen reguleren, wat nu verder betreft
p=lo aij en andere sterk
tens onder dit gouverne de fortificatie tot p=lo aij, en de andere sterktens off reduijten
ment
op ’t hogeland, rosingijn en p.lo hhun staande konnen wij
voor. dit mael niet na waerheijt beschrijven, maer staet
daervan't alten naesten
sulx met het laest van hier vertreckende schip, wanneer
berigt gedaen worden
den opperkoopman basting, bij Continuatie in persoon een
naukenrige visite daervan sal hebben genomen te geschieden
en waeromme voor als oversulx moeten ons bij desen dienaergaende met reverentie
nu aan’t rapport van
gecommitt:s werd gedragen aen het rapport der gecommitteerdens, die de
gerefereert
visite alomme hebben gedaen, en waervan hier voren
in passant is gesproken, bij ’t welk uEd: Ho: agtb: des
gelievende ook sullen ontwaren, dat sig alle de banditen
soo tot rosingijn als rhun, uijtmakende 39. Persoonen
de banditen op rosingijn
en rhun steck
waeronder. die gedoemt zijn, haer eijgen kost te moeten
39. personen
soekeij, hun wel fijntjes van haer kettings en bouts
hadden hun vande kettingh
aende beenen, hebben weten te ontlasten, en daer en boven
ontslagen
op eerstgedagte Eyland sterk 32. kopper, wijd en hijt
en woonden alemme
verstroijt woonden, 'twelk als 't eenemael strijdig tegens
verstroijt
uEd: Ho: agtb: positive ordre en niet min sorgelik,
dat seer sorgel: is; zulx
daer 33. militairren en
schoonmen aldaer 33. militaire personen tot opsigt
guarnisoen moesten
leggen
derselve