closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Banda den 17=en Maij 1690.

gedoemt is inde verbeurte van sijn Chialoep en ingeladene

goederen, Item aenden burger paulus de lanoij, dewelke

met de opgeboeijde Conting vanden burger Theunis Cores

soet, die inde herwaerts reijse, van amboina, almede zoo

hij voorgat, door hard weder, buijtenden inhout zijner

pascedulle, tot missalouw was aengeloopen, als voren

gevonnist vaertuijg en goet verbeurt te hebben, sulx wij

sulx meenen datten naesten

niet twijffelen, off sij sullen in aenstaende, nu sij zien

wat nader op den jnhout

harer passe zullen letten

dat het gemeent werd, welwat nauwer op den inhout

haerder passe letten, en voorrart schade hoeden, ook sullen

aen niemant na Ternaten de wil hebbende, passe verleenen

geen andere passe dan om

adroictura voort Caste dan om adroicture voor het Casteel Orangie ten ancker te

orangie te lopen, sullen

na ternaten verleeent werden lopen, met expresse bijvoeginge van in passant bangoij„

of eenige andere Eijlanden daer ontrent gelegen, niet

te mogen aengieren op pane als voren

de burgers krob eding de burger Iacob Eding, en pieter slager, sijn ook weder

pieter slager zijn wederom

te huijs gekomen, als de Eerste per de fluijt kronenburg,

thuijs gekomen

en de twede met de Chialoep vanden medeburger Thennis

den burger aert anthonist Caes: Zoet, en welke exempel wij almede hopen willen

houtzig nustil en

de voorsigtige handelinge ontrent de vaert niet schadelijk

weldragende

sal zijn; ook zoohout zig den burger aert anthonis=z

Jegenwoordig