Transcriptie
Van Bantam den 17:' Maij 1640.
sijn herwaerts komste alten afgedankt, en weder na
amboina versonden
wij laten niet na de Eijlanderen dagelijx te vermanen,
de Eylanderen werden
dagelijx vermaant
bij aldien sij onder den anderen eenig verschil krijgen
soo eenig verschil krijgen ons
tselve aen te dienen
mogten, of van elkanderen eenig overlast wierd aengedaen,
ons sulx aen te dienen, op dat bequaem mogten zijn,
waertoe niet wel te
de beledigde genoegen te geven en de quaetdoenders te
brengen zijn
straffen, maer het schijnt dat, dat ongeciviliseerde volk
daer toe niet „ brengen is, egter sullenw' door alle
twelk haer nader sullen
tragten in te scherrpen
bedenckelijke middelen, haer 'tselve tragten in teprenten
en daerna niet willende luijsteren, salder een gevoelige
Correctie tot mainctenue van S'Comp.s respect, dienen
—
op te volgen, omme eenmael van die verwarringe en
verwijderinge onder de bondgenoten ontslagen te raken
de pl aenstellinge van Caulavij soon vanden vermoorden
de p.l aenstelling van Coula
vaij in zijn vaaersplaer Orangkaij Naij Naij in sijn vaders plaetse als hooft
vande Negorij larat tot leeuwer, is gelijk wij hiervoren
is door den secrts. pieter
hebben gesegt, door den Secretaris pieter basteels, op ’'t versoek
basteels geschiet, en
der gesamentlijk orangkaijen als daer toe de laeste
En zullen bij zijn
overkomste
zijnde geschiet, dat wij bij sijn overkomste evenwel
nader sullen examineren, en hem wijders buijten
toeval