closeTerug naar inventaris

Transcriptie

103

Van Banda den 17:n Maij 1690.

eenige verdere swarigheijt sullen hebben aftewagten,

des versoeken d'opperhoofden

maer dat het van uEd: Ho: agtb: goede geliefte zal zijn

daerover aengesprooken

debitatien

mogn werden

meer gedagte overheden daervoor te das betalen, en waertoe

niet twijffelen of sullen vermogens genoog zijn

Het is ons bijsonder lief geweest te verstaen, dat de overge„

neet lief verstaen dat de

„soude noten muscaten, p.r de fluijt schepen waveren; sparwoud

schepen waveren spar„

en de beurs, zoo wel uijtgekomen, en met een overwigt

wonde en beurs

van 11583: lb: uijtgelevert waren, wij willen ook hopen, dat

soo veel overwigt op te

specerijen gelevert hebben

ontrent de macis of foelij mede merckelijke veranderin

„ge ten voordelen zal werden gevonden, en dat de nu overgeko

hope dat de macis ook beter

zal bevonden werden

„mene specerijen geen min genoegen sullen geven, immers

en dat de overkomende

specerijen mede genoegen

het is seker en mogen uEd: Ho: agtb: hun daerop ten

sullen geven

vollen vertrouwen, datw' daer ontrent niet gandscher herten

soeken het beste voor de EComp.e te bejagen, ende dat bij den

waertoe alle deligentie

word aengewent

ontfang na de deugtsaemheijt der specerijen, en het handhaven

vandien, soo nankeurig en precijs gelet werd, als eerlievende

en trouwe dienaren, souden konnen of mogen doen

de actens der personen die bij uEd: Ho agtb: soo gunstelijk in gankbaerheijt vande

qualiteijt en gagie sin verbetert hebbende aen deselve

verbeterde personen

overhandigt en blijven sij alsmede wij voor haer, uEd: Ho: agtb:

met belofte die gunste

daervoor ten nedrigsten dankbaer, niet twijffelen, off zij

waerdig te maken

sullen