Van Bandel onder dato 17:' Maij 1643.

aen desen oorlog hadden, hebbende nu eenige maanden —

verleden 17. man der gedagte Cabroors, met een tepier tot

het inmanen harer schulden, aldaer aengekomen wesende,

in allen schijn van minne ontfangen, en in een harer

huijsen, met een dronk Vagueer, als vrunden onthaelt

en dewijl met den anderen, soo saten te praten, waren ges.

wamineresen met een grote parthij, die dit schelmssuk„

—

buijten twijffel alvorens sodancg met den anderen

hadden besloten, gewapender hand, schelmagtig op dese lieden

aengevallen, vermoordende 6. van deselve, waeronder een

Orangkaij, en nemende de resterende 11. gevangen,

dewelke egter door toedoen van onsen sergiant en diverse

der presente Orangkaijen, die op dit bekomen berigt ilico

derwaerts waren gegaen, hadden moeten largeren, dit verraderlijk

schelmstuk aan gemelte Cabroors gepleegt zijnde, soo

hebben deselve haer slag weder waergenomen, en tot

revengie 3. man, van haer vijand doedgeslagen

passende nog dagelijx in zee snedig op derselver sepiers,

z

en om dat„ wamnndresen wel wisten, dat het tegens haer

parthije met konden uijtharden, en met te min schult

hadden, soo wast dat vrede sogten, alle de tegenwoordige

orangkaijen

—

brijdang