Transcriptie
Van Banda onder dato 17:' Maij 1690.
baetsoekerij van vele daer door naer ’t schijnt, niet te
eenemael konnen werden geweert, want 'tsedert en
inde volgende Iaren op de van hier afgesondene sockels
foelij off macis over geheel Jndia, en ook in ons lieve
vaderland, werwaerts de EComp.e deselve ter negotie
vervoert, en merkelijk onderwigt sijgevonden, dat wij
oordelen ten principalen sijn oorspronk heeft gehad uijt
de onrype en ontydig afgeplukte koten, welkerstoebij
het vermijteren, seer onderhavig en ondurabel is, waerbij
gemackelijk sij afte meten, hoe groten schade in sulken
reex van Iaren de EComp:e daerbij geleden heeft, ende off
wel schoon nu den tijd van 2. Iaren, herwaarts, om dat
verlies voor tekomen, ordre gestelt en last gegeven is
om de halfrijpe en witte foelij seperaet, ter schael te brengen
en af te trappen, gelijk dan ook is opgevolgt zoo heeft dat
nogtans haer hoog Ed: onse coffelijke gebieders tot batavia,
niet ten vollen kunnen gerust stellen, des daerover in
rade van Jndia gedelibereert sijnde, hebben tot wegneming
van alle bedenckelijke frande en ontrouwe dien aengaende
gearresteert; en ons bij hunne Ho: g’eerde missive
van den 4. Martij anno stantij op 14. Courant p=r kagje
den swarten arent aengebragt, gelast en bevolen bij Edict„
en placcaete den voornoemden perkenier te gelasten