closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Banda onder dato 17=en Maij 1690.

rijp te zijn en geklommen te mogen werden, te doen

precijs en zonder versuijm, haer ter geciteerde plaetsen

telaten vinden, mitsgaders verdagt te zijn, dat geen

licentie tot klimmen of flucken vergunnen, dat

bevorens de vrugten ten vollen en volkomen rijp hij,

op verbeurte van 3. rd.s voor de eerste, 8. rd.s voorde

twede en 12. rd.s voorde derde reijse, dat een en deselven

perkenier op zijn versoek tot sijn nadeel sulx sal hebben

geweijgert, alles te verbeuren a nso ofte wel zoo als bij den

regter bij indieninge der saken, sal werden geoordeert, en

op dat dese onse goede meninge en ordres in allen delen

stant grijpen en nabehoren nagekomen mogen werden, soo

Jnsinneren onsen fiscael, als mede de respective hoofden

der buijten Comtoiren mitsgaders den opperboschwagter

en subtistuijt fiscael, Item allen den genen die de admi„

nistratie vande Iustitie aengaet, op de servantie deses

goet reguart en toesigt te nemen tegens de Jnfractens

en contraventeurs van desen onsen placate, sonder

Commventie of verdrag te procederen, want wij sulx

tot goede geregelde ordre ten dienste van ’t gemene best,

soodanig vinden te behooren, onderstont: aldus gedaen

en

gepubliceert, banda ten Casteels Nassauw den 19. april

1690. was getekent willem basting, ter ziden stont

stont

155