closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Banda onder dato 17:' Maij 1690.

permissie vande Ed: Heer gouv.r

hurd zal:r alhier opgerigt, vertonende

aen ons 'tschriftelijk, licentie briefje

de dato 21=en feb: 1671

Lonthoir

S:r brants. heeft een perk en

dit zoo zijnde, valt er niet tesoggen

branderij, heeft deselve personelijk

behalven dat den besitter een neerstig man is,

volgens eijgen seggen, over de 15. Iaren

die ’t Competent getal slaven heeft.

beseten, en heeft almede gesegt en

aengenomen, bewijs te brengen

dewes. Helbebouwt heeft gesegd, en ons

dese branderij soo Iong gestigt en geen licentie

opgegeven dat sij haer besit, met de

konnende vertoonen, soude mede dienen afgeschoe

branderij int Iaer 1673. gekoft heeft

alsoo de besitster in capas geoordeelt werd,

en dat de branderij even een Iaer te

deselve aen te houden

voren opgerigt is

Lotharius Meustedel

heeft sijn perk behouwelijkt met

dit een vande endste branderijen op Contoir zijnde,

sijn vrouw zal:r in't Iaer 78. inde

mitsgaders den besitter, een neestig perkenier

branderij te dier tijd daermede gevonden

zijnde, die 't competent getal slaven heeft, val't en

sonder dat hij ons, eenige nadere

met regt niet tegen te zeggen

openinge desen aengaende kost geven

hendrik arentsz:

die almede een branderij en het perk

met syn vrouw behouwelijkt heeft, int

als voren

Jaer 1686. heeft aen ons ook niet konnen

betoonen, off opgeven wanneeren op

wat tijd de kanderij gemaekt, off

opgerigt