closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Banda den 28:n Junij 1690.

ontrent hem klagtig gevallen waren, wegens de ontrouwe

handeling van Radja Salomon; in kas de waxhandel, en

dat hij tot nadeel vande Jngesetenen niet alleen twederlij gewigt

gebruijkte, maer ook veelmaels dubbelde betaling, en dat

met torce afvorderde, sulx pas versogt hadden om haer wax

op makister ter markt te mogen brengen, dog wij vertrouwen

dat hier onder een boesje zal schuijlen, en dat de klagers, door de

agterland tot wetter, huijshoudende kitseresen, sullen opgerockent

en afgesonden zijn, om Radja Salomon bij ons suspect te

maken, in revengie van dat zijlieden door hem Salonions

bewerkingen hare dus lange gehoudene woonplaetse geordon„

„neert sijn te ruijmen, wij sullen egter bij presenterende

gelegentheijt daerop nader informatie doen laten en hem radja

salomon vande gedane klagten duijdelijke kennisse geven

omsijndebat en verantwoording daerop te kunnen doen,

datw uE weled: ho: agtb: als dan op zijn tijd ook zullen

toeschicken. de briefjes van lethij en moa behelsde

eenlijk den slegten toestant van onse posthouderen tot lethij

en was aldaer tusschen den orankaij van Ceijloor enden

Cap:n van lobelevij met den Orankaij Toeterakawera, een

groot verschil en oneenigheijt ontstaen wegens oude questie

sonder nader uijtdruckinge daervan te doen, dan dat de

eerste

slegten toestant van

tetsij en moa

ontstane questie

aldaer

199