Transcriptie
G0.
Van Banda den 6.' Sepprib. 1690.
dat de antwoorden op de bevindinge der erreuren 'tverleden
Iaer tot uwel EdHo: a: afgesonden seperaet van Meira
en lonthoir sij geschiet, is geweest volgens ordre van de
E: Heer gouverneur en directeur willem van Zijl zal.r
maer nu sal uEd: Ho: a: bij 't antwoort der I.o bekomen
bevindinge geblijken, dat daer ontrent sijn Ed.s bevel
is agtervolgt, en dat hetselve onder eene massa, by den
—
p.l secunde van dit gouvernement werd gedaen, in
hope dat het selve uwel Ed: ho: a: welgevallig sal zij
aengesien er niet het allerminste, en dat in alle
Cinceriteijt onbeantwoort resteert, gelijk daerontrent
voortaen jaerlijx sal werden gecontinueert
Op hetsubject dati bij miss: van 17. meij inkas de
keffingers en hare vaert, om de doest onderdaniglijk
aanhaelde gelijk ook sij geschiet aande Ed: Heer
Commiss:s de haes bij onse miss: submissie advijs en
van 23. april passato, en nevens gevoegde conside
ratien, hoe wij best oordeelden haer de gedagte vaert
af te suijden heeft sijn Ed: ons believen te wijsen aen
uwel Ed: Ho: a: bevelen de dato 26.e Januarij 1 80.
na amboina, en 11. Maert 1681. na banda
geschikt, waerbij segt zijn Ed: gelijk de waerheijt is
ampel
237
het antwoort op de
bevindinge der erreuren
is door de heer van ryff
zal:r geordonneert
dat door den ep:s secunde
voortaen sal gedaen
werden
Consideratie om de
keffingers de vaert
na de werf af tesuijden