Transcriptie
90.
57
Van Banda den 6. Septemb. 1690.
bij welkers overgelevert schriftelijk rapport, onder
gedagten datum in het bandas dagregister geinsereert
uwel Ed: Ho: a: nader sal konnen geblijken, op hoe van den geditineerden
borger Jan Swart
lissigen en bedriegel ebyse; den gedetineerden borger
deselve komt off gaet
Ianswart, de 5. babberesen, met namen rikiaij, Botaij mede over
Maniki, parloekie, een Leermassa van haer lant
heeft vervoert, en datse hem ten principalen, op
gedaen versoek van gedagten orankaij of dorpvoogt
sijn mede gegeven om hier tot mira de maleijtse tale
tekeren, uijt insigte d.o babberjens onder de hare
gene hadden dewelke in gem. tali ervaren was,
en oversulx met de bandase aengieverde borgers niet
bequamelijk handelen konden, als mede dat het voorgeven
van hem can swart van deselve voorz. goudekettings
weijnig kleden en partij andere snuijsterij uijt handen
van sekeren Orankaij, Loffi loffi gekogt soude hebber,
t eenemael gefingeert en gepractiseert is, alsoo een
diergelijke Orankaij, op dorpvoogje ontrent het gehele
district van babber niet te vinden, nog noijt geweest
J: veelin, dat denselven als hooft voogt de
dorpelingen soude hebben geregeert, vide verklaringen
volgens b'edigde verkla
ringe daervan belegt
daervan belegt dewelke na dewijse dier Eijlanderen
met