closeTerug naar inventaris

Transcriptie

ug:

Tses

0.

hem

a17

Van Banda den 6. Sprril. 1690.

provincie is mede op sijn tijd, en onder Ult.o aug.o tebeschrijvinge der

laestleden behoorlijk geschiet, en bij welk afschrift gequot.t zieten van 1690

L:a b. uw HeEd: gestr: sal konnen gblijken dat ten dage

Voormelt de Collouvers mitsgs: derselver lijfeijgenen van

beijde sep bestaen hebben in als.

mans vrouwen„ kinderen

Christenen

434„ 486„ 409.

Chinesen

1.

2 . . 1„

81.

mahinnetanen

82„ 94

18.

42„ 3.0„

heijdenen

„1211„ 1454„ 405.

Slaven

bedraegt 6643. Coppen

item Comp:e dienaren

853„ 154„ 157.

d=os lijfeijgen

338„ 286„ 105.

in

2962„ 2505: 1176:

Jsamer

Hebbende s' Jaers bevorens bestaen

in te weten.

die van voorleden

Iaer

mans, vrouwen, kinderen

Christen Colomers

423„ 481„ 427.

1

1

Chinesen

2„

1.

110„ 111„ 76.

mahimetanen

36„ 39„

heijdenen

1254„ 1264„ 354.

slaven

151.

Comp.e dienaren

984„ 157„

6634. sulx 9. Coppen

373„ 286„

d.o Eijseygenen

Cin iin 2n dit Iaer meer

tsamen 3182„ 2339„ 1113.

sulx over de gehele massa bij de Iongste beschrijvinge

hier nevens aengeh.e

inde hoedanigs Eomp.

meer 9. koppen dog om wat duijdelijker van ’s Comp.s

dienaren bestaen en

gequalificeerde, en mindere dienaren te spreken

waer geplaetst zijn

sullen te gelijk aenhalen, inde hoedanige deselve bestaen