closeTerug naar inventaris

Transcriptie

.

onder de tenmbers die

alhier verdreven zijn is

soontje vanden orankan

bevonden

Van Banda den 6. Septereb: 1699.

werden te vereisschen en sullen bij die gelegenth:d ook niet

eenen sien, off wij meer gem: Cornelis talksoor onder

pretext van aan dese regeringe sijn bevestinge in des

overleden vaders plaetse tekomen versoeken, isem de

questie tusschen hem met de zijne, en die van de negorijs

Soveanij bij te leggen, van daer ligten en herwaert krijgen

konnen, als zijnde gints tot welstant der gemene

ruste en wegens sijne reets bedreve gewelderijen, ontrent

denabij gelegen dorpelingen t' enemael niet nodig dient

gelaten, bij welk succes hem ook alhier op Mira onder

Ons oog tot uEd: Ho: agtb: nader ordre gedencken aen te

houden, te meer alsoo uEd hHo: a: bij hare geeerde

Missive van 21. feb: 1687. op gedane klagten

van dese regering, hebben believen consent te dragen,

datmen hem sijne gewelderijen als andere bedreve

Extorsien, van daer ligten, en herwaerts brengen

soude

met de aenkomste van de laeste 4. Tommnbers vernamen

zbij mede dat onder de verdreve d=os met namen

Massa weka, gilioen, Teteboeij, woten, karmoeta, betij

Saboua, dauwa en dbona, de laeste het soontje was

ttilthaij, uijt het dorp roemeaijmeergem:

van den onder orankaij ā€˛vanders genrelt, datw' dan om

wat