Transcriptie
de
E9o.
289
Van Banda den 6: Septeb: 1690.
Een sak met met mannetjes roten die schoon niet
g’eijst, senden, om het vergeten mogte zijn, en te stade konde
komen, als zijnde buijten lasten
kostende tesamen, met d’ongelden daerop gevallen volgens
'tkostende van dien
factura ƒ46117. 12.13. waeronder mede gerekent is, de
waerde van Ongevaer 17. lasten swavel aerde per het
arentje ontfangen, en de Chialoep van onsen borger Tobias
Hardekop overgescheept, op eersten Courant benevens een
geleij biefje, welkers afschrift hier besijden gaet, tot
uE HoEd: gestr: afgevaren, enkel onder verboentschrift,
sulx de waerde bij de Jegenwoordige factura is
ingetrocken, en hadden wij garen het restant van die
spetie dat nog op grote 18. lasten Calculeren, mede in
desen bodem afgescheept, maer heeft deselve volgens
verklaringe der scheeps overheden niet konnen innemen
door dien net vorenstaende specerijen overkropt
volladen sij
welken kostelijken bodem den almagtigen ter gedesti„ depersonen hier nevens
genoteert sijn om de
„neerde plaetse behouden en voorspoedig wil geleijden; volgende reden verlott
en vertrekt net gedagten
fer denwelken nu ook overvaren, en door ons van hier
bodem na batavia
verlost zijn, de navolgende personen om heden
daerbij g’extendeert, kamentlijk
1: den krankbesoeker Ian de graeff volgens uEd: Hea:
gedrage